Verbonden Léven

Lc.9,51-56 (3/10/2023)

51    Nu gebeurde het,
       toen de dagen van zijn erkenning vervuld zouden worden,
       dat Jezus vastberaden
       zijn weg ging naar Jeruzalem.
52    Hij zond boden voor zich uit.
       Die kwamen in een Samaritaans dorp
       om zijn komst voor te bereiden.
53    Maar zij wilden hem niet ontvangen
       omdat zijn weg ging naar Jeruzalem.
54    De leerlingen Jakobus en Johannes reageerden hierop:
       “Heer, wil je dat wij vuur van de hemel afroepen
       om op hen neer te komen en hen te verteren,
       zoals ook [de profeet] Elia gedaan heeft?” [2Kon.1,9-15]
55    Maar Jezus keerde zich af
       en wees hen op strenge toon terecht:
       “Jullie beseffen niet welke geest in jullie leeft!
56    De mensenzoon is niet gekomen
       om mensen verloren te doen gaan,
       maar om ze te behoeden.”
       En zij trokken naar een ander dorp.

Hier hebben we het al: Jezus die zijn leven zal geven uit liefde voor zijn medemensen, en de leerlingen die het (nog) niet snappen. Zij zouden er nog met vuile voeten door willen gaan en onwilligen – of waren het eerder onwetenden? – bestraffen.
Jezus wijst hen terecht terecht: snap je dan niet dat G-ds Geest een Geest van Léven is, niet van dood. Wat je aan de mensen moet brengen is dus iets wat hen helpt om bij dat Léven te komen, ook als ze er nu nog niets van begrijpen of andere wegen gaan.
Om zelf (wijzelf, als leerlingen van Jezus) dat Léven te brengen bij mensen, moeten wij misschien eerst nog wat beter Jezus volgen, en leren begrijpen dat zijn Lévens-weg loopt via de vastberaden weg van het sterven, het sterven aan onszelf.

Lc.11,29-32 (16/10/2023)

29    Toen er steeds meer mensen zich rondom hem bijeendrongen,
       zei Jezus:
       “Deze generatie is een slechte generatie.
       Ze verlangt een teken,
       maar er zal haar geen ander teken gegeven worden
       dan het teken van Jona, de profeet.
30    Zoals Jona een teken was voor de bewoners van Nineve,
       zo zal ook de mensenzoon dat zijn voor deze generatie.
31    Bij het oordeel zal de koningin van het zuiden opstaan
       samen met deze generatie
       en zij zal haar veroordelen.
       Want zij kwam van de uiteinden van aarde
       om de wijsheid van [koning] Salomo te horen.
       Kijk dan toch! Hier is méér dan Salomo!
32    Bij het oordeel zullen de bewoners van Nineve opstaan
       samen met deze generatie
       en zij zullen haar veroordelen.
       Want zij hebben zich bekeerd
       door de prediking van Jona.
       Kijk dan toch! Hier is méér dan Jona!”

Is het niet nogal aanmatigend van Jezus om zo te spreken? Hij lijkt zich te stellen bóven die legendarisch grote Bijbelse figuren als de profeet Jona en de wijze koning Salomo!
Zo lijkt het inderdaad wel, maar Jona stelde zichzelf eigenlijk niet boven de Ninevieten. O ja, héél menselijk als hij was deed hij dat bij momenten wel, maar net dán kwam de boodschap niet over! Het was niet Jona die krachtiger was dan de Ninevieten, maar de boodschap die hij van G-dswege moest brengen!
Idem met koning Salomo. Zijn wijsheid had hij van G-d, niet uit zichzelf. Uit zichzelf kwam daar net veel kleinmenselijks bij die de wijsheid eerder soms verduisterde.
Jezus noemt het ook vaak dat hij niets uit zichzelf kan doen. Hij heeft een zending, een ‘Woord’ dat hij in de wereld moet brengen namens G-d. Dát woord heeft kracht, die zending doet ‘grote dingen’. En datzelfde belooft hij ook aan zijn leerlingen! t.t.z.: Wat wij uit éigen kracht zullen doen, daar zal niet veel goeds vandaan komen, wat wij uit kracht van G-ds zending zullen doen zal ‘grote dingen’ verrichten!

Lc.12,54-59 (27/10/2023)

54    Tegen de menigte zei Jezus nu ook:
       “Als jullie een wolk zien opkomen in het westen,
       zeg je meteen: er komt regen –
       en zo gebeurt het inderdaad.
55    En als er een zuidenwind waait,
       zeg je meteen: het wordt heet –
       en zo gebeurt het inderdaad.
56    Dubbelzinnigaards! [hypocritai]
       De fenomenen van aarde en hemel
       weet je wel te onderscheiden,
       waarom dan niet deze tijd?
57    Waarom oordelen jullie niet uit jezelf
       wat het rechte is?
58    Wanneer je met je tegenpartij naar de overheid stapt,
       doe onderweg dan nog alle moeite om van hem af te komen,
       want anders sleurt hij je naar de rechter
       en de rechter zal je overleveren aan de deurwaarder
       en de deurwaarder zal je in de gevangenis werpen.
59    Ik zeg je: Je zult daar niet uit komen
       totdat je tot de laatste cent hebt betaald.”

Het doet Jezus pijn als de mensen ‘de tekenen van de tijd’ niet onderscheiden. Ze hebben oordeelsvermogen gekregen, en ze gebruiken dat wel om er baat bij te halen door de natuurverschijnselen juist te interpreteren, maar ze gebruiken het niet om in hun leven en om hen heen te zien wat goed is en wat kwaad.
Ongetwijfeld zou Jezus vandaag met dezelfde pijn blijven zitten. Hoe vaak zeggen mensen niet – over zaken in hun eigen leven of in de maatschappelijke omgeving – “ik heb het niet gezien”, terwijl het overduidelijk aanwezig was!?
Onderscheidingsvermogen is een ‘gave van de Geest’; die ook gebrúiken, brengt ons dus dichter bij G-d! Natuurlijk vraagt dat vaak wat kritische eerlijkheid t.a.v. onszelf en de durf illusies over onszelf te doorprikken, wat vaak niet zo ‘leuk’ is. Maar het brengt ons wel in de werkelijke waarheid van ons leven, de G-ddelijke werkelijkheid van ons leven. Het toont ons ‘de rechte weg’, en dat is geen ‘autostrade’ (eerder een smal kronkelpad), maar wel de ‘te-rechte’ weg naar G-d.

Lc.14,25-33 (8/11/2023)

25    [Jezus trok verder naar Jeruzalem en]
       velen trokken met hem mee.
       Hij keerde zich naar hen toe en zei:
26    “Wie dichter bij mij wil komen,
       maar zich niet losmaakt
       van zijn vader en moeder,
       van zijn vrouw en kinderen,
       van zijn broers en zussen,
       meer nog: van zichzelf,
       kan onmogelijk mijn leerling zijn.
27    En wie zijn [op deze weg onvermijdelijke] kruis niet draagt
       en mij volgt op mijn weg,
       kan onmogelijk mijn leerling zijn.
28    Want wie van jullie die een toren wil bouwen,
       zal niet eerst er bij gaan zitten
       om de kosten te berekenen
       en te weten of hij hem wel zal kunnen afwerken?
29    Anders legt hij misschien het fundament,
       maar is niet in staat het werk te voltooien,
       en begint al wie dit ziet hem te bespotten:
30    “Die mens begon te bouwen,
       maar was niet in staat het te voltooien!”
31    Of welke koning die ten strijde trekt tegen een andere koning,
       zal niet eerst er bij gaan zitten
       om te beraadslagen
       of hij met tienduizend man in staat is
       op te trekken tegen de twintigduizend die op hem af komen?
32    Anders zal hij, wanneer ze nog ver zijn,
       een gezant uitsturen
       en vragen naar de voorwaarden tot vrede.
33    Zo kan elk van jullie
       die niet loskomt van alles wat hem toebehoort,
       mijn leerling niet zijn.”

De tafelgesprekken zijn afgelopen. Jezus wil verder. Naar Jeruzalem. We weten hoe het daar zal aflopen. Dat kon hij ook wel bedenken, daar had je geen ‘glazen bol’ voor nodig.
Maar het is niet zo zeker of ook al zijn leerlingen die consequenties wel duidelijk zagen. Liepen ze niet teveel met hem mee omwille van het spektakel: de genezingen, het brood, het ‘farizeeën in hun hemd zetten’, …? Hadden ze wel door dat wie écht “dichterbij wilde komen” een lastige weg af te leggen had?
Het was de weg die hij zelf ging: loskomen van zijn familie en thuis, loskomen van zijn vertrouwde omgeving, loskomen van de gehechtheid aan zichzelf, om zich te geven, helemaal en restloos, tot in de dood, uit liefde!
Daar denk je best vooraf wel eens twee keer over na!
Als je dus écht “dichter bij Jezus” wil komen, weze je gewaarschuwd …

Lc.16,1-8 (10/11/2023)

1      Jezus zei ook tegen zijn leerlingen
       [terwijl de farizeeën en schriftgeleerden meeluisterden]
       “Er was eens een rijk man die een huismeester had
       die bij hem werd aangeklaagd
       omdat hij zijn bezittingen verkwistte.
2      Hij riep hem en zei:
       “Wat hoor ik daar over jou?
       Geef verantwoording van je bestuur,
       want zo kun je geen huismeester blijven.”
3      De huismeester zei nu bij zichzelf:
       “Wat moet ik doen,
       nu mijn heer mij het bestuur ontneemt?
       Om te spitten heb ik niet de kracht
       en om te bedelen schaam ik me …”
4      Ik weet al wat ik ga doen,
       zodat – wanneer ik ontzet ben uit het bestuur –
       ze mij toch in hun huis zullen ontvangen.”
5      En hij riep elk van de schuldenaars van zijn heer bij zich
       en vroeg aan de eerste:
       “Hoeveel ben je mijn heer schuldig?”
6      Die zei: “Honderd vaten olie.”
       Hij antwoordde hem nu:
       “Hier is je akte, ga zitten en schrijf vlug: vijftig.”
7      Vervolgens zei hij tegen een ander:
       “En jij, hoeveel ben jij schuldig?”
       Die zei: “Honderd [grote] maten tarwe.”
       Tegen hem zei hij:
       “Hier is je akte. Schrijf: tachtig.”
8      De heer prees de oneerlijke huismeester
       dat hij doordacht had gehandeld.
       Want de kinderen van deze wereld handelen doordachter
       dan de kinderen van het licht
       ten aanzien van hun tijdgenoten.”

We blijven het toch wat eigenaardig vinden dat Jezus die oneerlijke rentmeester prijst. Het moge duidelijk zijn dat hij niet de oneerlijkheid op zich prijst maar zijn ‘doordachte handelen’, maar toch … Wat zou hij daarmee bedoelen? Het is wat tasten natuurlijk, met het gevaar er teveel mijn eigen ideeën in te leggen, maar toch even proberen:
Heb jij nooit het gevoel dat christenen vandaag zo ‘braaf’ zijn, nooit eens hun stem laten horen in maatschappelijke discussies en over zich heen laten lopen waar het over levensthema’s gaat? Vind je nooit dat de economische stem altijd luider klinkt in onze maatschappij en blijkbaar ‘vanzelf’ de leidende norm wordt?
Het gaat er natuurlijk niet om dat wij overal zogeheten ‘complottheorieën’ achter moeten zien, maar het is onmiskenbaar dat het maatschappelijk discours door welbepaalde denklijnen wordt geleid. ‘De kinderen van de wereld’ zijn daar zeer behendig in. Christenen zouden even behendig mogen zijn/worden – zegt Jezus! zelf – om die ándere denklijnen wat meer binnen te brengen in de discussies en besluitvorming.
Daar hebben we nog (heel) veel werk aan de winkel …!

Lc.17,1-6 (13/11/2023)

1      Tegen zijn leerlingen zei hij nu:
       “Het is onvermijdelijk dat er struikelstenen komen,
       maar wee degene door wie ze komen.
2      Het is beter voor hem
       dat een molensteen rond zijn nek wordt gelegd
       en hij in zee wordt gegooid,
       dan dat hij ook maar één van de kleinen doet struikelen.”
3      “Neem jezelf in acht!
       Als je broer zondigt,
       wijs hem terecht;
       en als hij zich toekeert,
       vergeef hem.
4      Zelfs als hij zeven keer op een dag tegen je zondigt,
       maar zeven keer keert hij zich weer naar je toe,
       dan moet je hem vergeven.”
5      Nu zeiden de apostelen:
       “Heer, vergroot ons vertrouwen!”
6      De Heer zei:
       “Als jullie vertrouwen hadden zoals een mosterdzaadje,
       zouden jullie tegen deze boom zeggen:
       ‘word ontworteld en geplant in de zee’,
       en hij zou jullie gehoor geven.”

Jezus kent de mens. Hij was er zelf één!, één die 30 jaar de tijd had genomen om buiten de schrijnwerpers van het publieke leven de moeite had gedaan om zijn mens-zijn in diepte te leren kennen én de juiste verbinding daarmee met G-d te ontwikkelen.
Hij wist dus – van binnenuit – dat er voor zijn boodschap over het koningschap van G-d “struikelstenen” zouden komen. Dat was onvermijdelijk.
Maar wat moesten zijn leerlingen daarmee aanvangen? In eerste instantie alvast toch ervoor zorgen dat ze zélf zo geen struikelsteen werden! En vervolgens – toch enigszins verrassend gezien Jezus’ strengheid hieromtrent: milde vergevingsgezindheid!, maar ook verantwoordelijkheid. Vergeving is mooi en noodzakelijk, maar niet genoeg. De leerlingen hebben de verantwoordelijkheid elkaar ervoor te behoeden zo’n struikelsteen te worden!
Geen wonder dat de leerlingen – en wij – dus moeten vragen: “Heer, vergroot ons vertrouwen!”