Verbonden Léven

Lc.1,26-38 (25/3/2021) 

In de zesde maand [van de zwangerschap van Elisabeth, de toekomstige moeder van Johannes de doper], werd de boodschapper [engel] Gabriël vanwege God uitgezonden naar een stad in Galilea, Nazaret genaamd, naar een jonge vrouw die verloofd [in ondertrouw] was met een man die Jozef heette, uit het huis van [die afstamde van koning] David. De naam van die jonge vrouw was Maria.
De engel kwam bij haar binnen en zei: “Vrede zij met jou, begenadigde. De Heer weze met jou! Gezegend ben jij onder de vrouwen.” Zij echter was erg in de war van deze woorden en vroeg zich af wat deze begroeting moest betekenen. De boodschapper zei tegen haar: “Wees niet bang, Maria, jij hebt genade gevonden bij God. Kijk! Je zult zwanger worden en een zoon baren en je zult hem de naam ‘Jezus’ [God bevrijdt] geven. Hij zal groot zijn en zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer zal aan hem geven de troon van zijn vader David. Hij zal koning zijn over het huis van Jakob [Israël] tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen grens zijn.”
Nu zei Maria tegen de boodschapper: “Hoe zal dat gebeuren, aangezien ik geen omgang met een man heb?” De boodschapper antwoordde haar: “Heilige geest zal over jou komen, de geestkracht van de Allerhoogste zal je omhullen. Daarom ook zal wie uit jou geboren wordt heilig genoemd worden, zoon van God. Kijk! Elisabet, je bloedverwante, ook zij heeft in haar ouderdom een zoon ontvangen. Ze is in haar zesde maand, hoewel ze onvruchtbaar werd genoemd. Want bij God is geen woord krachteloos.”
Nu zei Maria: “Ziehier de dienares van de Heer. Moge met mij gebeuren naar jouw woord.” En de boodschapper ging van haar weg.

Precies één jaar geleden was het corona die ons aansprak en uitdaagde te zoeken naar verbondenheid terwijl iedereen ‘in z’n kot’ moest blijven. Dat was de start van deze site ‘Verbonden Léven’. Niet toevallig op dit hoogfeest van de Aankondiging van de geboorte van de Heer.
Vandaag immers getuigt Lucas van de nieuwe start die G-d – in Jezus – met mensen begonnen is. Maria met haar wijsheid, haar vrijheid en haar kritische vragen antwoordt de engel en haar antwoord is geen passief ja. Het is een ‘ja’ als resultaat van een bewuste levenshouding.
Ook wij willen onszelf en jullie met deze site niet reduceren tot een passief instrument (lezen en vergeten) maar uitdagen om bewust en verbonden te leven. ‘Verbonden Léven’ zien wij als een leven dat z’n oorsprong en einde kent in de verbondenheid met G-d. En die G-d die menen wij te herkennen in de voorkeur voor het gewone, het kleine, het onaanzienlijke. Een G-d die bevrijding en gerechtigheid wil. Hij wil dat niet alleen, hij doet het ook via Maria, via mensen (deze site?) die, zoals Maria, geloven in de kracht van Zijn heilige Geest. Mag/kan het ook via jou en mij?

Lc. 2,15-21 (1/1/2021) 

Toen de boodschappers weer van hen weg waren naar de hemel, zeiden de mensen – de herders – tegen elkaar:
“Laten we doortrekken tot in Betlehem, laten we gaan kijken naar het woord dat daar gebeurde, zoals de Heer ons heeft bekend gemaakt.”
Zo haastten zij zich en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kindje, liggend in een voedertrog.
Toen ze dit zagen, maakten zij alom bekend het woord dat hun over dit kindje was gezegd.
Al wie het hoorde, verwonderde zich over wat de herders tegen hen zeiden.
Maria bewaarde al deze woorden en bracht ze samen en overwoog ze in haar hart.
De herders keerden terug, God verheerlijkend en prijzend voor alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

Bij ’t begin van ’t nieuwe jaar wens ik jou

boodschappers die je doen verdergaan, voorbij je eigen ikje naar de ander toe
oren en ogen die het Woord horen en zien gebeuren
onderweg ook enkele herders – (rafelrand)mensen – op je pad die je spreken (dabar) over dat goddelijke Kind
vaders en moeders die hun kinderen met liefde omringen
heel veel verwondering die je doet jubelen en zingen
vertrouwen om al dat goddelijks – dat in flitsen hier en nu reeds te zien is – te beleven zodat het waar wordt altijd en overal
een groot hart om dit alles in te bewaren en te overwegen

Gelukkig nieuwjaar!

Je kan ook even de duiding van Kerstdag erbij nemen (zie bijbelarchief Lucas)

Lc.4,14-22a (7/1/2021)

In de kracht [dynamiek] van de geest keerde Jezus terug [van zijn verblijf in de woestijn] naar Galilea.
Dat nieuws verspreidde zich door de hele streek. Hij gaf onderricht in hun huizen van samenkomst [synagoge]
en hij werd door allen geroemd.
Ook kwam hij in Nazaret, waar hij was opgegroeid. Zoals hij gewoon was, ging hij op de dag van de sabbat
binnen in het huis van samenkomst. Hij stond op om voor te lezen en men gaf hem een boekrol van de profeet Jesaja.
Hij opende de boekrol en vond de plaats waar geschreven staat:
De geest van de Heer is over mij gekomen – hij heeft mij gezalfd, om de bevrijdende boodschap te verkondigen aan wie zich arm weten.
Hij heeft mij gezonden om wie gebroken is te genezen, om wie gevangen zit vrijlating te melden,
om wie blind is het zicht terug te geven, om wie verdrukt wordt te bevrijden; om af te kondigen een genadejaar van de Heer. [Jes.61,1-2]
Hij rolde het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. De ogen van allen in het huis van samenkomst
waren aandachtig op hem gericht. Hij begon nu tegen hen te spreken:
“Vandaag is voor jullie oren dit Schriftwoord in vervulling gegaan!”
Allen vielen hem bij en verwonderden zich over de woorden van genade die uit zijn mond kwamen, en ze zeiden: “Is dat niet de zoon van Jozef?”

Dit hele gebeuren wordt nogal in detail en met een zekere plechtigheid verhaald – terwijl het in feite maar heel kort duurt.
Ongetwijfeld doet Lucas dat juist om aan te geven dat het, hoe klein het ook lijkt, wél een grote gewichtigheid heeft!
Die tekst van de profeet Jesaja werd al zo’n 500 jaar voorgelezen. Jezus zelf had hem ook al talloze keren gehoord
– misschien zelf voorgelezen. Hij was daar tenslotte waar hij was opgegroeid en dus zo’n 30 jaar had geleefd.
(Er staat ook letterlijk: “Zoals hij gewoon was …”) Wat maakt die ene keer dan nu het verschil, dat Lucas er zo plechtig over doet?
Het is dat ene, kleine woordje “vandaag”!
Om het even welke tekst of gebeurtenis wordt radicaal anders als ik die ‘vandaag’ tot vervulling laat komen.
Je moet het alleen ‘gezien hebben’ dat ‘vandaag’ er het moment voor is. Jezus hád het gezien, doordat zijn ‘oog helder was’ (zie commentaar gisteren).
Hij kwam immers net terug van zijn gebedstijd in de eenzaamheid.
Zal ík zien wat ik ‘vandaag’ tot vervulling moet roepen?

 

Lc.4,24-30 (8/3/2021)

Daarop zei hij: “Zeker, ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad.
Naar waarheid zeg ik jullie: In de dagen van [de profeet] Elia waren er veel weduwen in Israël
toen de hemel gedurende drieëneenhalf jaar gesloten bleef zodat er grote hongersnood kwam over heel het land. Toch werd Elia naar geen van hen gezonden [om haar te redden van de hongerdood – 1 Kon.17]
maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon [= buiten Israël]. En ten tijde van de profeet Elisa
waren er veel melaatsen in Israël. Toch werd geen enkele van hen gereinigd maar wel de Syriër [= buitenlander] Naäman.” Allen die in de samenkomst [synagoge] waren en dit hoorden raakten overvol woede. Ze stonden op en wierpen hem buiten de stad.
Ze dreven hem naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem van de steilte te gooien.
Maar hij ging midden tussen hen door en trok weg.

Er is een duidelijke parallel tussen dit Evangelie en de uitnodiging die wij stelden in onze Vastenbrief (Vastenbrief). We daagden jullie uit uitdrukkelijk(er) te kijken naar de ‘Glimpen van Hoop en Verrijzenis’. Dat is net een uitdaging, omdat we ze zo vaak níet zien! Op dezelfde manier geeft Jezus aan dat een profeet niet herkend wordt als hij van te dichtbij komt.
Over de dingen en de mensen om ons heen hebben wij al heel snel (meestal zelfs vóór we het zélf weten) onze ideeën en oordelen klaar. Maar dat zijn gedachten en theorieën in óns hoofd, die niet noodzakelijk overeenstemmen met de werkelijkheid, waardoor wij die werkelijkheid niet meer zien zoals ze ís (maar zoals wij dénken dat ze is). En dat zorgt voor grote blinde vlekken om ‘profeten’ te zien en ‘glimpen van Hoop en Verrijzenis’!
En die twee hebben ook alles met elkaar te maken! ‘Profeten’ hoeven niet noodzakelijk ‘mensen’ te zijn: álles om ons heen dat ons verwijst naar G-d, ons soms ook eens wakker schudt of zelfs vermaant, kun je eigenlijk ‘profeet’ noemen – ook die ‘glimpen’ dus.
Om ze te zien zullen we wel moeten er onze ‘woede’ voor laten varen: de kwaadheid die we voelen (als we eerlijk zijn) als ons eigen idee onderuit gehaald wordt.
Dus n.a.v. dit Evangelie een hernieuwde uitnodiging om vandaag met open ogen en hart in het leven te staan – dán zullen we zien wat ís. (voorbeelden van ‘glimpen’ van de voorbije 2 weken)

 

Lc.5,12-16 (8/1/2021)

Dit gebeurde toen hij in één van de steden [van Galilea] was:
Kijk! Er was daar een man vol melaatsheid. Toen hij Jezus zag, viel hij voor hem neer en smeekte:
“Als jij het wil, ben je in de kracht mij te reinigen!”
Jezus strekte zijn hand uit en raakte hem aan: “Ik wil: word gereinigd!”, en onmiddellijk verdween zijn melaatsheid.
Hij gebood hem het nog aan niemand te zeggen, maar zich te laten zien aan de priester
en het reinigingsoffer te brengen [in de tempel in Jeruzalem!],
zoals Mozes het geboden had [Lev.13-14], als getuigenis voor hen.
Maar eens te meer ging het gerucht over hem rond en velen kwamen samen om hem te horen en om door hem te worden geheeld van hun ziekten.
Hij echter trok zich telkens terug op eenzame plaatsen om te bidden.

In deze passage zien we duidelijk hoe het nooit Jezus’ bedoeling was mensen op te zetten tegen de wet,
en ook niet om de aandacht op zichzelf te trekken. Het gaat hem om het kenbaar maken van Góds werking
én de mensen weer contact te geven met de gemeenschap.
De man in nood (het blijken vaak díe te zijn) beseft Jezus’ kracht en doet er, met aandrang maar toch nederig, een beroep op.
Jezus komt hem ook tegemoet (“raakte hem aan”!), maar voor de volbrenging ervan verwijst hij de man wel naar de wet van Mozes
(waarvoor er wellicht een week pelgrimstocht naar Jeruzalem voor hem op zat).
Elke ‘machtige daad’ van Jezus wordt pas ‘vol’ als enerzijds de dankbaarheid aan G-d wordt bewezen,
en anderzijds het bevestigd wordt door het dagelijks leven in de gemeenschap.
Te vaak (toen en nu) wordt Jezus’ invloed in een mensenleven als een private aangelegenheid gezien.
Te vaak (toen en nu) wordt déze Jezus-boodschap niet begrepen. – Even vaak moet Jezus (en al wie in zijn spoor wil gaan)
zich in de eenzaamheid terugtrekken: níet dus voor een ‘privé-onderonsje’ met zijn Vader,
maar om ‘helder te zien’ … en door te gaan.

Lc.5,27-32 (20/2/2021)

Hierna ging hij weg en zag een tollenaar, Levi genaamd, zitten bij het tolhuis.
Hij zei tegen hem: “Volg mij.” Hij stond op, liet alles achter en volgde hem.
Levi liet voor hem in zijn huis een groot feestmaal bereiden
en een groot aantal tollenaars en anderen lagen mee met hem aan tafel.
De farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen Jezus’ leerlingen:
“Waarom eten en drinken jullie met tollenaars en zondaars?”
Jezus antwoordde hun: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken.
Niet om rechtvaardigen te roepen, ben ik gekomen, maar zondaars.”

Jezus is gekomen voor zondaars … Niet voor mij dus …
Of toch? Altijd lastig om daarover na te denken, laat staan het als diep besef tot ons door te laten dringen.
We mogen wel de ballast achter ons laten die verkondigde hoe slecht we wel waren en hoe schuldig.
Dat is niet helemaal onwaar, maar kreeg een onevenwichtig zwaar accent. Dat wij zondige mensen zijn, blijft echter helaas wél waar.
Het wordt duidelijker als we even naar het woord ‘zonde’ kijken. In de nieuwe Psalmvertaling wordt dit systematisch vertaald met:
verwijdering. Want dát is waar ‘zonde’ over gaat: tekens wanneer en waarmee ik mij van G-d (en van de mensen, want daar woont G-d) afkeer.
Telkens ik me eerder naar mezelf keer dan naar de a/Ander, verwijder ik mij van G-d – ‘en dat is zonde’.
Mooi aan het beeld van de ‘verwijdering’ is ook: ík kan mij afkeren van G-d, maar dat betekent nog niet dat G-d zich afkeert van mij – integendeel:
in zijn uiterst milde en geduldige liefde lonkt hij mij met open armen, tot ik mij omkeer … en hij er ís.
‘Interessant’ detail – troostvol ook voor mij, zondaar: Het is wel degelijk Levi, de tollenaar, de ‘zondaar’ die geroepen wordt én volgt
(hij wordt 1 van de 12); niet de farizeeër die van zichzelf denkt geen zondaar te zijn.