Verbonden Léven

Bijbel 1

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.

Woensdag (8/05/2024)
Joh.16,12-15

12    Nog veel zou ik jullie willen zeggen,
       maar je bent nu nog niet bij machte ze te dragen.
13    Maar wanneer díe [de Medestander] komt,
       de Geest van de waarheid,
       zal hij jullie de weg wijzen in alle waarheid.
       Want hij zal niet uit zichzelf spreken,
       maar hij zal uitspreken wat hij hoort
       en jullie verkondigen wat komt.
14    Hij zal mij eren
       door te verkondigen wat hij van mij hoorde.
15    Alles wat de Vader heeft, is het mijne.
       Daarom zei ik dat hij zal verkondigen wat hij van mij hoorde.

Jezus beseft wel dat het voor zijn leerlingen allemaal niet zo makkelijk zal worden. – En als dat al geldt voor de leerlingen die hem in levende lijve hebben gekend, dan mag dat zeker ook voor ons gelden. – Dat het hen niet onmiddellijk of niet helemaal zal lukken op eenzelfde overtuigende manier als hijzelf ‘het koninkrijk G-ds’ te verkondigen en te doen, neemt hij hen dan ook niet kwalijk. Integendeel: hij versterkt hen met zijn ‘Geest van waarheid’, een medestander die op een even verborgen wijze als de adem en de wind – twee bijbelse verschijningswijzen van de goddelijke ruach – de leerlingen zal helpen om hun opdracht verder te zetten.
Dat ‘verder zetten’ is met opzet zo gekozen: Wij kunnen nooit ‘G-ds rijk’ voltooien. Dat is aan de Vader zelf. Wij kunnen het alleen verder zetten: het verkondigen door te doen (= waar maken), met alle beperkingen die ons eigen zijn. Maar als wij leven op de adem van de Geest, zal die ons daarbij helpen en richten.

Dinsdag (7/05/2024)
Joh.16,5-11

5      Nu ga ik heen
       naar wie mij gezonden heeft.
       En niemand van jullie vraagt:
       Waar ga je heen?
6     Omdat ik deze dingen heb gezegd,
       is jullie hart van droefheid vervuld.
7      Maar ik zeg jullie de waarheid:
       Het is in jullie belang dat ik wegga!
       Want als ik niet wegga,
       zal de medestander niet naar jullie komen;
       maar als ik wel wegga,
       zal ik hem naar jullie zenden.
     En wanneer hij gekomen zal zijn,
       zal hij in de wereld aan het licht brengen
       hoe het zit met de zonde, de gerechtigheid en het oordeel.
     Over de zonde [verwijdering]:
       omdat ze niet vertrouwen in mij;
10    over de gerechtigheid [integriteit]:
       omdat ik heenga naar de Vader
       en jullie mij niet meer zullen aanschouwen;
11    over het oordeel:
       omdat de heerser van de wereld geoordeeld is.

Jezus kondigt zijn afscheid aan. De leerlingen zijn niet in staat naar zijn woorden te luisteren. Wat Jezus ook probeert te zeggen, het komt niet binnen. Koppig steken ze hun hoofd in het zand. Ze horen amper wat hen wordt toegezegd. Hij zal weggaan, maar niet zonder de heilige Geest te zenden als bondgenoot. De Geest zal hen laten zien waar het op aan komt in de wereld en in het leven, en zal hen het nodige geloof schenken.
Als wij ons voor die Geest open stellen en met open ogen en oren in de wereld durven te staan, zullen we niet meer kunnen wegkijken van onrecht, individualisme, geweld ... De Geest maakt immers de waarheid bekend. Deze waarheid wordt ons niet gegeven als een bezit om vast te houden, maar heeft alles te maken met Christus: hoe hij leefde, mensen vrij maakte en zijn leven heeft gegeven.
Aan ons om niet langer ons hoofd in het zand te steken en ons toe te vertrouwen aan die Geest. Zij zal een nieuwe frisse wind laten waaien door ons leven. Er zal vuur in ons oplaaien, onstuitbaar, als adem ten leven.

Maandag (6/05/2024)
Joh.15,26 – 16,4a

26     Maar wanneer de medestander komt
       die ik van bij de Vader naar jullie zal zenden,
       de Geest van de waarheid
       die van de Vader uitgaat,
       zal díe over mij getuigen.
27     En ook jullie zullen getuigen,
       omdat je vanaf het begin bij mij bent geweest.
1      Ik heb jullie deze dingen gezegd
       opdat je niet zou struikelen.
2      Ze zullen jullie uit de samenkomsten weren.
       Ja, er komt een uur
       dat ieder die jullie doodt
       zal denken een dienst aan God te doen!
3      En ze zullen dat doen
       omdat ze noch mij noch de Vader hebben leren kennen.
4      Maar ik heb jullie deze dingen gezegd
       opdat wanneer dat uur komt,
       je je zou her-inneren dat ik ze gezegd heb.

Het valt mij op hoe vaak Jezus in de Paastijd verwijst naar de Geest van waarheid. Het is duidelijk een belangrijk onderwerp nu hij zijn leerlingen voorbereidt op een leven zonder zijn fysieke aanwezigheid. Hij belooft ze niet verweesd achter te laten. Hij weet immers hoe lastig het zal worden om daad-werkelijk zijn liefde te leven, ervan te getuigen en ze ter sprake (tot spreken) te brengen. “Onthoud het maar, jullie zullen er niet alleen voor staan. Er zal een Helper gegeven worden,” zegt hij.
Zijn belofte geldt nog altijd. Die Medestander wordt ook aan ons toegezegd. Hij is er, de Geest van waarheid. De vraag is of wij hem herkennen in ons leven.
Het is de Geest die ons G-ds aanwezigheid doet onderscheiden en doe zien wat Go(e)d is. Hij leidt ons zodat wij (en de mensen rondom ons) mogen ervaren dat hij ademt in ons. Hij vuurt ons aan om in woord en daad te getuigen van die goddelijke aanwezigheid.

Zondag (5/05/2024) – 6de Paaszondag
Joh.15,9-17

9      Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad,
       zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad.
       Verblijf in mijn liefde.
10    Als je mijn Wijzingen be-waart [= behouden door waar te maken],
       zul je in mijn liefde verblijven,
       zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waard
       en in zijn liefde verblijf.
11     Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd
       opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven
       en jullie vreugde vol zou worden!
12     Dit is mijn Wijzing:
       Dat jullie elkaar daad-werkelijk liefhebben
       zoals ik jullie daad-werkelijk heb liefgehad.
13     Geen grotere liefde kan iemand hebben
       dan dat hij zijn leven inzet ten bate van zijn dierbaren.
14    Jullie zijn mij dierbaar.
       Doe dan wat ik jullie Wijs.
15    Ik noem jullie geen dienaren,
       want de dienaar weet niet wat zijn heer doet,
       maar ik heb jullie genoemd dierbaren,
       omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord,
       heb leren kennen aan jullie.
16    Niet jullie hebben mij uitgekozen,
       nee, ik heb jullie uitgekozen.
       Ik heb jullie ingezet
       om op weg te gaan en vrucht te dragen
       – vruchten die blijvend zijn –
       en om wat je de Vader ook vraagt in mijn naam,
       hij het jullie geeft.
17    Dit is mijn Wijzing voor jullie:
       Dat je elkaar daad-werkelijk liefhebt.

“Blijf in mijn liefde”! Vandaag verklaart Jezus ons zijn liefde. Zo een liefdesverklaring zal misschien wel verwonderen, daarom geeft hij er een woordje uitleg bij. In feite, zegt hij, is alles begonnen met de Vader. Hij is het die Liefde is. Hij is de bron van liefde: “Zoals de Vader mij heeft liefgehad, zo heb ik ook jullie liefgehad”. Deze liefde daad-werkelijk beleven maakt dat ze je steeds weer meesleept, boven jezelf uit. Ze neemt je op in de liefde waarmee jij bemind wordt. De echte liefde is dan ook hieraan te herkennen, dat ze de andere niet neemt voor zichzelf, maar dat ze bereid is zich te geven aan de andere. Ze wil leven met hem, voor hem: ze wil hem haar leven geven. Dat is het enige objectief van de echte liefde, dat is haar enige beweegreden. Het is ook de hartslag van mijn leven, zegt Jezus, en hij vervolgt: “Dit is mijn Wijzing voor jullie. Dat je elkaar daad-werkelijk liefhebt”.
Jezus’ liefdesverklaring is er een met de opdracht – zeg maar uitdaging – te delen in hetzelfde ideaal: zich geven zoals hij zichzelf gegeven heeft.

Zaterdag (4/05/2024)
Joh.15,18-21

18    Als de wereld jullie haat,
       besef dan dat ze mij eerder heeft gehaat dan jullie.
19    Als jullie van de wereld zouden zijn,
       dan zou ze wel vriendelijk behandelen wat haar eigen is,
       maar omdat jullie niet van de wereld zijn,
       omdat ik jullie heb uitgekozen úit de wereld,
       daarom haat de wereld jullie.
20    Her-inner je het woord dat ik tegen jullie sprak:
       Een dienaar is niet groter dan zijn heer. [Joh.13,16]
       Als ze mij hebben vervolgd,
       zullen ze ook jullie vervolgen;
       en als ze mijn woord hebben be-waard [waargemaakt],
       zullen ze ook dat van jullie be-waren.
21    En dit alles zullen ze jullie aandoen
       omwille van mijn naam,
       omdat ze geen voeling hebben met wie mij gezonden heeft!

Jezus heeft er bij zijn leerlingen op aangedrongen alles en allen om zich heen daad-werkelijk lief te hebben als teken van hun liefde voor hem. Vandaag waarschuwt hij hen dat er geen enkele garantie is dat zij op hun beurt geliefd zullen zijn. Als de mensen zo'n liefdevol mens als Jezus zo bitter konden haten, dan kunnen zijn discipelen niet verwachten dat het hen anders zal vergaan, ze zijn immers niet groter dan hun heer.
De reden waarom zij gehaat zullen worden, is dat zij zullen weigeren zich te vereenzelvigen met de waarden en normen van ‘de wereld’. Zij zullen de materialistische hebzucht en concurrentie, het streven naar status en macht, de haat, woede, agressie en wraak die het leven van zovelen tekenen, afwijzen.
Jezus is heel duidelijk. Hem volgen, betekent ook zijn lot delen, afgewezen en zelfs gehaat worden door ‘de wereld’ omdat zijn waarden anders zijn. Dit maakt het lijden er niet gemakkelijker op, maar het helpt wel om er betekenis aan te geven, om te volharden en trouw te blijven wanneer je ervoor kiest om Jezus in al zijn radicaliteit te volgen.

Vrijdag (3/05/2024) – feest vd hh apostelen Filippus en Jakobus
Joh.14,6-14

6      Jezus antwoordde hem:
       “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
       Niemand komt tot de Vader tenzij door mij.
7      Als je mij zou leren kennen,
       zou je ook mijn Vader leren kennen.
       Vanaf nu ken je hem; je hebt hem gezien!”
8      Filippus zei:
       “Heer, toon ons de Vader, dat is ons genoeg!” [Ps.23,2]
9      Jezus antwoordde hem:
       “Je bent nu al zo lang bij mij
       en je hebt hem niet leren kennen, Filippus?
       Wie mij heeft gezien,
       heeft de Vader gezien.
       Hoe kun je dan zeggen: Toon ons de Vader?!
10    Geloof je niet dat ik in de Vader ben
       en de Vader in mij is?
       De woorden die ik tegen jullie spreek,
       spreek ik niet uit mezelf.
       Het is de Vader – die in mij verblijft – die zijn werken doet.
11    Geloof mij
       dat ik in de Vader ben
       en de Vader in mij
       – en zo niet, geloof het dan vanwege de werken zelf.
12    Amen, amen, ik zeg jullie:
       Wie vertrouwt in mij
       zal de werken die ik doe, ook doen
       – en nog grotere dan deze,
       omdat ik naar mijn Vader ga.
13    Wat je ook zult vragen in mijn naam,
       ik zal het doen,
       opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zou worden.
14    Als je dus iets vraagt in mijn naam,
       ik, ik zal het doen!”

Vandaag vieren we het feest van twee apostelen, nl. Jacobus en Filipus.
Jacobus, ook de rechtvaardige genoemd, is de paar jaar jongere neef van Jezus.
Filippus van Betsaïda, een medewerker van het eerste uur, is ons vooral bekend door zijn spontane uitspraken zoals: “Heer, toon ons de Vader, meer vragen wij niet”.
Elke generatie opnieuw vragen mensen naar duidelijkheid: “Toon ons de Vader!” Mensen vragen naar tastbare, concrete aanwijzingen om G-ds aanwezigheid in hun leven en in de wereld te mogen zien. Maar, is niet heel de geschiedenis als het ware een bewijs van G-ds Liefde?
En toch … wordt er nog steeds getwijfeld aan zijn bestaan. G-d heeft immers niets van doen met tastbaar bewijsmateriaal, maar wel met geloof in zijn Liefde, geloof in Jezus Christus. Hij wil/kan niet vastgezet worden, maar meebewegen in ons leven. Hij vraagt als het ware voortdurend: “Mag ik met jou mee leven, op jouw ritme?” en zegt daarbij: “Wat je ook vraagt in mijn naam, ik zal het doen!” Geweldig toch.