Verbonden Léven

Mt.18,15-20 (16/08/2023)

15    Als je broer een fout begaat,
       ga erheen en wijs hem terecht
       – alleen onder jullie.
       Als hij naar je luistert,
       heb je je broer gewonnen.
16    Als hij echter niet luistert,
       neem dan nog één of twee mensen met je mee
       – omdat elk woord gestaafd wordt op grond van twee of drie getuigen. [Deut.19,5]
17    Als hij echter ook aan hen geen gehoor geeft,
       zeg het dan [pas] aan de gemeente [ekklesia/kerk],
       en als hij ook aan de gemeente geen gehoor geeft,
       moet hij voor jullie zijn als een heiden en tollenaar [een buitenstaander].
18    Amen, ik zeg jullie:
       Wat je zult binden op de aarde,
       zal gebonden zijn in de hemelen,
       en wat je zult vrij maken op de aarde,
       zal vrij gemaakt zijn in de hemelen.
19    Opnieuw zeg ik jullie:
       Als twee van jullie
       over wat voor zaak op aarde ook
       in overeenstemming iets vragen,
       zal mijn Vader in de hemelen het voor hen laten gebeuren.
20    Want waar twee of drie bijeen zijn in mijn naam,
       daar ben ik middenin hen!”

Een fameus stukje Evangelie, en hier absoluut in de heel sterke zin van het woord: hoe bevrijdend zou het zijn als wij zó met elkaar zouden omgaan!
Hoe vaak vertellen we niet aan ánderen wat iemand heeft gedaan – “o, nee, dat is geen roddelen, dat is uit bezorgdheid”. Of eventueel zwijgen we helemaal – “ik wil over niemand kwaad spreken”. Maar in beide gevallen doen we niet wat hier staat en bewijzen we de ander dus geen dienst, die hem (of haar uiteraard) nochtans zou kunnen bevrijden uit zijn gevangenschap in het kwaad.
Het vraagt veel moed om met ‘onze broer die een fout begaat’ om te gaan zoals hier beschreven. Moed is misschien nog niet eens het juiste woord. Het vraagt een geworteld staan in G-ds geest-Adem. Ik ga immers de ander niet ‘eens vertellen wat ik ervan denk’, maar ik probeer hem opnieuw binnen te brengen in de gemeenschap met G-d (want door het kwade te doen, zet iemand zichzelf buiten). Bevrijdend omgaan met iemand, kan ik alleen als ik zelf leef vanuit het besef: “Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik middenin hen!”