Verbonden Léven

Bijbel 1

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.

Zaterdag (25/03/2023) – hoogfeest vd Aankondiging vvd Heer (Maria boodschap)
Lc.1,26-38

In de zesde maand [van de zwangerschap van Elisabeth, de toekomstige moeder van Johannes de doper], werd de boodschapper [engel] Gabriël vanwege God uitgezonden naar een stad in Galilea, Nazaret genaamd, naar een jonge vrouw die verloofd [in ondertrouw] was met een man die Jozef heette, uit het huis van [die afstamde van koning] David. De naam van die jonge vrouw was Maria.
De engel kwam bij haar binnen en zei: “Vrede zij met jou, begenadigde. De Heer weze met jou! Gezegend ben jij onder de vrouwen.” Zij echter was erg in de war van deze woorden en vroeg zich af wat deze begroeting moest betekenen.
De boodschapper zei tegen haar: “Wees niet bang, Maria, jij hebt genade gevonden bij God. Kijk! Je zult zwanger worden en een zoon baren en je zult hem de naam ‘Jezus’ [God redt] geven. Hij zal groot zijn en zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer zal aan hem geven de troon van zijn vader David. Hij zal koning zijn over het huis van Jakob [Israël] tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen grens zijn.”
Nu zei Maria tegen de boodschapper: “Hoe zal dat gebeuren, aangezien ik geen omgang met een man heb?” De boodschapper antwoordde haar: “Heilige geest zal over jou komen, de geestkracht van de Allerhoogste zal je omhullen. Daarom ook zal wie uit jou geboren wordt heilig genoemd worden, zoon van God. Kijk! Elisabeth, je bloedverwante, ook zij heeft in haar ouderdom een zoon ontvangen. Ze is in haar zesde maand, hoewel ze onvruchtbaar werd genoemd. Want bij God is geen woord krachteloos.”
Nu zei Maria: “Ziehier de dienares van de Heer. Moge met mij gebeuren naar jouw woord.” En de boodschapper ging van haar weg.

“Vrede zij met jou.” Met deze woorden komt Gabriël binnen bij Maria. Het is G-d die contact zoekt. Als je erop ingaat, verandert heel je leven. Kijk maar naar de impact die het heeft op Maria. Haar leven wordt overhoop gehaald: Schrik, verwarring, eerbied, onzekerheid, en ten slotte overgave. Binnen een minuut komen al deze emoties bij haar op.
“Vrede zij met jou.” Door die hemelse groet ontstaat een daadwerkelijke verbondenheid met G-d. Maria is bereid het toe te laten. Haar leven begint te stralen en komt tot vervulling. Wanneer de hemel raakt aan de aarde verwacht je vonken, kortsluiting of inslagen, maar het verrassende zit in het alledaagse, onbekende en nederige: een stad, een huis, een meisje en een man, een zwangerschap en een veel voorkomende jongensnaam. Dat is allemaal niet speciaal. Het is in het gewone, alledaagse dat G-d naar ons toekomt en zichzelf geeft. In het trouwe en dienstbare komt hij in de wereld. Kijk dus niet aan het gewone voorbij, zodat je zijn groet niet mist. G-d zoekt immers contact met elke mens!

Vrijdag (24/03/2023)
Joh.7,1-2.10.25-30

Hierna trok Jezus rond in Galilea. Hij wilde dat niet in Judea doen omdat de Joden hem zochten te doden. Het Joodse Loofhuttenfeest was nabij. Maar toen zijn broers vertrokken waren naar het feest, ging hij zelf ook, maar niet openlijk, maar in het verborgene.
Nu zeiden sommige Jeruzalemmers: “Is dat niet degene die ze zoeken te doden? En kijk, hij staat hier vrijmoedig te spreken en ze zeggen niets. Zouden de oversten werkelijk erkend hebben dat hij de Gezalfde [christos / messiah] is? Maar van hem weten we vanwaar hij is, terwijl als de Gezalfde komt niemand weet vanwaar hij is.”
In zijn onderricht in de tempel riep Jezus daarom uit: “Ja, jullie kennen mij! Ja, je weet vanwaar ik ben! Maar ik ben niet uit mezelf gekomen, het is de waarachtige die mij gezonden heeft en die kennen jullie niet. Maar ik ken hem, omdat ik bij hem vandaan kom en hij mij gezonden heeft.”
Ze zochten hem dus te grijpen, maar niemand sloeg de hand aan hem omdat zijn uur nog niet gekomen was.

Stel dat jij gezocht wordt. Stel dat er tijdens elk journaal, op facebook, … klinkt dat je een gevaar vormt en men je dus best zou komen aangeven als men je ziet? Je zou je voor minder even terugtrekken en wegblijven uit de gevaren zone. In eerste instantie lijkt ook Jezus hiervoor te kiezen, maar dan gaat hij toch. Het is sterker dan hemzelf. Hij moet – van binnen uit – naar Jeruzalem. Dus dan maar in alle stilte, zo onopgemerkt mogelijk.
Maar zo’n Go(e)d-mens kan niet onopgemerkt blijven. Heel zijn doen en laten straalt ‘Aanwezigheid’ uit. Hij is en spreekt waar nodig. Ondertussen voelt hij de onrust. Hij vangt op wat er over hem gezegd en bevraagd wordt. Hij voelt waar het schort: Mensen blijven maar uitkijken naar iets nieuws, iemand die ze niet kennen, zodat ze het nieuwe dat onder hun neus gebeurt niet zien, niet (h)erkennen als zijnde van G-d. Hij roept het uit! Hij roept hen toe wie hij is en vanwaar hij is, in de hoop en het vertrouwen dat ooit mensen hun ogen opengaan.
Zouden wij die mensen kunnen zijn? Durven wij het zien, herkennen en erkennen?

Woensdag (22/03/2023)
Joh.5,17-30
 
Jezus zei tegen de Joden: “Mijn Vader werkt tot nu toe, en ik werk ook!” Hierom zochten ze des te meer om hem te doden, omdat hij niet alleen de sabbat losmaakte, maar ook God zijn eigen vader noemde, waarmee hij zichzelf aan God gelijk maakte.
Jezus antwoordde hun: “Amen, amen, ik zeg jullie: De Zoon kan niets uit zichzelf tenzij hij het de Vader ziet doen, want wat de Vader doet, doet de Zoon evenzo. En de Vader heeft de Zoon lief, daarom toont hij hem alles wat hij zelf doet. En hij zal hem nog grotere dingen laten doen dan deze. Je zult je nog verwonderen! Zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij bedoelt. De Vader zelf oordeelt niemand, maar het gehele oordeel heeft hij in handen gegeven van de Zoon opdat allen de Zoon zouden eren zoals ze de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft.
Amen, amen, ik zeg jullie: Wie mijn woord hoort en vertrouwen stelt in wie mij gezonden heeft, heeft het volle leven. Hij komt niet in het oordeel, maar is al overgegaan uit de dood in het leven.
Amen, amen, ik zeg jullie: Er komt een uur – ja, het is er al – dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en die luisteren, zullen leven. Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo heeft hij het ook aan de Zoon gegeven leven te hebben in zichzelf, en hij heeft hem de volmacht gegeven te oordelen, omdat hij mensenzoon is.
Verwonder je er dus niet over dat er een uur komt waarin de mensen in de graven zijn stem zullen horen en er uit zullen trekken, wie het goede gedaan heeft voor opstanding tot leven, maar wie het kwade gedaan heeft voor opstanding tot oordeel.
Ik kan niets uit mezelf. Ik oordeel naar wat ik hoor. En mijn oordeel is rechtvaardig, omdat ik niet míjn wil zoek, maar de wil van de Vader die mij gezonden heeft.”
Een lastige kwestie: Is Jezus mens of G-d? Aan dit theologisch traktaat ga ik me niet wagen. Ik vermoed dat het ook voor Jezus daar niet om gaat. Hij wil ons gewoon vertellen hoe levengevend het is om G-d ten diepste te leren kennen, om je volledig – met alle gevolgen van dien – aan hem te verbinden. Heel zijn leven getuigt ervan. Hij ging een relatie aan en raakte zo in kennis met G-d. Hij heeft zich door het anders zijn van de Ander laten uitdagen, om te groeien als mens helemaal naar G-d toe.
Hij heeft leren zien wat er voor de Ander op het spel staat. Hij heeft zich door hem laten bevragen, z’n leven getoetst aan hem. Hij heeft zijn leven aan G-d geven, en zo werd dat leven een en al getuigenis van de Vader, een en al eerbetoon aan hem.
Die intense verbondenheid tussen hen beide maakt dat er geen onderscheid is tussen hen. Het is de Vader die ín hem beweegt. Het is de Vader die hem stuurt. 
Durven wij in ons ruimte maken voor die totaal Andere, ons aan hem toevertrouwen, en hem écht leren kennen? Mag hij zich met ons verbinden, zich in ons bewegen. Niet om G-d te zijn maar wel om te worden als G-d.

 

Donderdag (23/03/2023)
Joh.5,31-47

“Als ik getuig over mezelf, heeft mijn getuigenis geen waarde. Maar er is iemand anders die over mij getuigt en ik weet dat zijn getuigenis over mij waar is.
Jullie hebben gezanten gezonden naar Johannes en hij heeft naar waarheid getuigd. Zelf heb ik het getuigenis van een mens niet nodig, maar ik zeg dit tot jullie vrijmaking. Hij was de lamp, brandend en schijnend, maar jullie hebben je maar een uur in zijn licht willen verheugen.
Maar ik heb een getuigenis dat groter is dan dat van Johannes: de werken die de Vader aan mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt over mij dat de Vader mij gezonden heeft.
En de Vader die mij gezonden heeft, heeft zelf over mij getuigd. Jullie hebben zijn stem nooit gehoord, noch heb je zijn beeltenis gezien en zijn woord heb je niet in je opgenomen, omdat je geen vertrouwen stelt in wie hij gezonden heeft.
Jullie onderzoeken de Schriften omdat je meent daarin het volle leven te vinden. Maar zij getuigen juist over mij! En toch wil je niet naar mij komen om leven te vinden.
Ik neem geen eer van mensen aan, maar ik weet dat jullie de liefde voor God niet in jullie hebben. Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en je neemt mij niet aan; en als een ander komt in zijn eigen naam, neem je hem wel aan!
Hoe kunnen jullie leven in vertrouwen als je wel eer van elkaar aanneemt, maar niet de eer van de enige God zoekt?
Denk niet dat ik jullie zal aanklagen bij de Vader. Degene die jullie zal aanklagen, is Mozes,
op wie je je hoop had gevestigd. Want als jullie écht in Mozes je vertrouwen hadden gesteld, zou je ook je vertrouwen stellen in mij, want hij heeft over mij geschreven! Maar als je geen vertrouwen stelt in zijn geschriften, hoe zul je dan vertrouwen stellen in mijn woorden?”

Het cirkelen rond dat Jezus-geheim gaat ook vandaag verder. Een bijkomende vraag is: wie (of wat) getuigt van Jezus? Johannes geeft alvast enkele mogelijke getuigenissen: Johannes de Doper, de Schriften (Mozes en de profeten), en – bovenal – ‘de werken’, dat is wat Jezus doet, hoe hij leeft en met mensen omgaat, hoe hij de Liefde daad-werkelijk vorm geeft.
Wat zien we Jezus vandaag doen? Hij spreekt mensen aan en maakt zo relaties mogelijk, net daar waar deze verbroken waren. Hij heelt mensen door de verbindingen te herstellen met zichzelf, met hun omgeving en met G-d. Dit alles doet hij steeds in verbondenheid met zijn Onderstroom (deze verbinding zuiver houden is een werk op zich), door de stilte op te zoeken en zo kracht op te doen.
Aan ieder van ons om elke dag opnieuw de vraag te stellen: Maak ik mijn Christen zijn waar? Beleef ik daadwerkelijk mijn geloof? Durf ik mijn vertrouwen te stellen in zijn Woord?

Dinsdag (21/03/2023)
Joh.5,1-3a.5-16

Later was er een feest van de Joden en Jezus ging op naar Jeruzalem. In Jeruzalem nu, bij de Schaapspoort, is er een vijver, die in het Hebreeuws Betesda/Bethzatha genoemd wordt, en vijf zuilengangen heeft. In die gangen lag altijd een groot aantal zieken, verlamden en verdorden. Er was daar ook iemand die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen en wetende dat hij daar al lang lag, vroeg hij hem: “Is het je bedoeling gezond te worden?” De zieke antwoordde hem: “Heer, ik heb geen mens die, wanneer het water in beroering komt, mij in de vijver helpt, en terwijl ik het zelf probeer, daalt een ander vóór mij erin af.”
Jezus zei tegen hem: “Ontwaak! Neem je draagbaar en wandel!” Onmiddellijk werd hij gezond, nam zijn draagbaar en wandelde rond. Die dag was een sabbat. Daarom zeiden de Joden tot de genezene: “Het is sabbat. Het is je niet geoorloofd je draagbaar op te nemen.” Hij antwoordde hun: “Degene die mij gezond heeft gemaakt, híj heeft mij gezegd: neem je draagbaar en wandel.” Ze vroegen hem dus: “Wie is die mens, die jou gezegd heeft ‘neem je draagbaar en wandel’?” Maar de genezene wist niet wie het was. Jezus had zich ondertussen teruggetrokken in de menigte.
Later vond Jezus hem in de tempel en zei hem: “Kijk! Je bent nu gezond geworden. Zondig [verwijder] je niet meer opdat er je niets ergers overkomt.” De genezene ging weg en berichtte aan de Joden dat het Jezus was die hem gezond gemaakt had. Hierom begonnen de Joden Jezus te (ver)volgen en zochten ze hem te doden, omdat hij zo’n dingen deed op sabbat.

Betesda, hopeloze hoop … duidelijk een plaats waar alle ‘hopeloze gevallen’ samentroepen, zich vastklampend aan een of ander sprankeltje. Maar het is even duidelijk: zonder médemens die daad-werkelijk helpt, helpt het niet.
Wie zich merkwaardig genoeg ook op die plek bevindt, is Jezus! Zou jíj vertoeven op zo’n plek? Jezus wel. Hij zoekt actief de meest kwetsbare mensen op, ook als ze zich aan de rafelrand van de maatschappij bevinden, en ook als dat op sabbat is en hij dus wel weet dat hij er weer eens op zijn eigen kop voor zal krijgen.
En het gebeurt! Zowel het op zijn kop krijgen als de zieke mens die een medemens krijgt. Om dat laatste is het voor Jezus te doen. En hij gaat zelfs verder. Wat hij biedt is geen sprankeltje (min of meer valse) hoop, maar een krachtdadig herleven en die mens terug in de maatschappij brengen.
Jezus heft elke verwijdering op door zelf nabij te komen! Blijkbaar was dát zijn waarmerk, want dááraan herkent de zieke dat het Jezus was. Zouden de mensen rondom ons ons daaraan herkennen?