Verbonden Léven

Mt.19,13-15 (13/08/2022)

Toen werden er kleine kinderen naar hem gedragen met de bedoeling dat hij ze de handen zou opleggen en bidden [over hen, voor hen, met hen?], maar de leerlingen weerden hen af.
Maar Jezus zei: “Laat de kinderen!, en verhinder hen niet bij mij te komen, want het koningschap der hemelen is voor wie zijn als zij.” En hij legde hen de handen op.
Toen vertrok hij van daar.

Iedereen die regelmatig kinderen in z’n omgeving mag meemaken, zal begrijpen dat Jezus het erg vindt dat de kinderen verhinderd worden om bij hem te komen. Ze zijn immers een zegen voor hun naasten. Hun kinderlijke openheid, ontvankelijkheid en nieuwsgierigheid maakt het beste wakker in mensen (ook al kunnen ze evenzeer verdomd lastig en druk zijn).
Ze kijken totaal anders naar de wereld – ook letterlijk. Ze staan dichter bij hun bestaansgrond. In alle openheid en ontvankelijkheid leren zij de wereld die op hen afkomt dag na dag een beetje beter kennen (terwijl wij denken dat we reeds alles weten en kennen). Hun nieuwsgierigheid opent deuren van creativiteit. Ze zoeken en tasten af wie de ander is en wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Kortom ze zijn een zegen.
Laten wij dus vooral niet vergeten dat ook wij kind geweest zijn. Laten we het kind in ons weer wakker maken om onbevangen, open en ontvankelijk de wereld tegemoet te gaan. Laten we opnieuw vol verwondering leven en elkaar en G-d tot zegen zijn.