Verbonden Léven

Lc.11,5-13 (7/10/2021)

En Jezus ging verder [nadat hij aan zijn leerlingen het gebed tot zijn Vader had geleerd]:
“Stel, je hebt een vriend en midden in de nacht ga je naar hem toe en vraagt: “Vriend, leen mij drie broden, want een andere vriend van mij is van een reis bij mij aangekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.”
Zou die dan van binnenuit antwoorden: “Doe mij die moeite niet aan! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al in bed, ik kan niet opstaan om ze je te geven.”?
Ik zeg jullie: Zelfs al zou hij niet opstaan en het hem geven omdat het zijn vriend is, dan nog zou de onbeschaamdheid hem oproepen en zal hij hem geven zoveel als hij nodig heeft.
Ik druk jullie op je hart:
Vraag – en je zult krijgen,
zoek – en je zult vinden,
klop – en er zal je worden opengedaan.
Want iedere vragende – ontvangt,
iedere zoekende – vindt,
voor iedere kloppende – zal er opengedaan worden!
Welke vader onder jullie zal, als je zoon om brood vraagt, hem een steen geven?
Als hij om vis vraagt, geef je hem toch geen slang?
Als hij om een ei vraagt, geef je hem toch geen schorpioen?
Als jullie dan – ook al zijn jullie slecht – goede gaven weet te geven aan jullie kinderen, hoeveel te meer zal de hemelse Vader heilige Geest geven aan wie hem daarom vragen?!”

Vraag, zoek, klop. En daar staat met grote stelligheid tegenover: ontvang, vind, opengedaan!
Simpel toch!
Ja, alleen … ik moet het nu nog doen ook …
Is mijn vertrouwen groot genoeg? Durf ik het zelf aan ‘in de nacht’ (voorál dus ook in de nachten van mijn leven) onbeschaamd aan te kloppen bij een (ogenschijnlijk) slapende? Durf ik er op rekenen dat die een vriend is, die mij net omwille van die vriendschap onmiddellijk alles zal geven wat ik nodig heb. (Dat is niet automatisch hetzelfde als wat ik vráág.)
Wat ‘de hemelse Vader’ blijkbaar vooral wil geven is ‘heilige Geest’. Ik weet niet goed hoe dat eruit ziet, maar het voelt wel als kracht, stuwkracht, doorzetting, vertrouwen tegen alle beterweten in, … Het is als een waakvlam in de nacht, zo-een die garandeert dat het vuur weer kan oplaaien, hoe klein het er nu ook uitziet, en waardoor ik alvast licht genoeg heb voor de eerste stap daartoe.
át wíl de Vader mij geven. Maar vráág ik het …?