Verbonden Léven

Lc.10,13-16 (1/10/2021)

Wee, Chorazin, wee, Betsaïda [dorpen van de eerste verkondiging, maar die haar niet ontvingen], want als in [de iconisch goddeloze steden] Tyrus en Sidon de krachtige daden zouden zijn gebeurd die bij jullie zijn gebeurd, dan zouden zij al lang
– in zak en as gezeten – zich bekeerd hebben. Voor hen zal het bij het oordeel draaglijker zijn dan voor jullie.
En jij, Kafarnaüm, zul jij tot de hemel verheven worden [omdat ik er vertoefde en verkondigde]? Tot in het dodenrijk zul je afdalen [omdat je mij verwierp]!
Wie jullie hoort, hoort mij, wie jullie verwerpt, verwerpt mij; en wie mij verwerpt, verwerpt hem die mij gezonden heeft.”

Het zit duidelijk hoog bij Jezus. Hij wordt er kwaad van dat mensen niets willen weten van ‘het rijk G-ds'. Ze willen niet verstaan waar het voor hém om gaat. Ze weigeren zich te bekeren ook al zien ze hoe leven-gevend het is als je je durft te verbinden met G-d. Heel Jezus’ doen en laten straalt het uit. Zelfs de mensen uit Kafarnaüm (zijn dorpsgenoten) haken af als het gaat over G-ds rijk en over leven vanuit die verbondenheid met G-d. Hij mocht wel tussen hen vertoeven als dorpsgenoot. Hij mocht ook wel spreken over G-d, maar als het gaat over dat waar het voor hem écht om te doen is (die relatie met G-d) dan houdt het voor hen op.
Het doet hem pijn dat ze geen oren hebben naar de boodschap, maar o wee als ze ook G-d (die hem gezonden heeft) verwerpen, dan kan hij niet langer zwijgen en barst hij uit.
Het enige dat hij nog kan doen (en wat hij ook probeert) is klare taal spreken. Wie weet is er toch nog één die zich om-keert.