Verbonden Léven

Joh. 8,1-11 (27/03/2023)

(Maar) Jezus ging naar de Olijfberg. Bij de ochtendschemering kwam hij weer in de tempel en al het volk kwam naar hem. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Maar de schriftgeleerden en farizeeën brachten een vrouw bij hem die op overspel was betrapt en plaatsten haar in het midden.
Ze zeiden hem: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel. In de wet heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen. En jij nu, wat zeg jij?” Dit vroegen ze om hem op de proef te stellen, opdat ze hem zouden kunnen aanklagen. Maar Jezus boog zich naar beneden en schreef met de vinger in de aarde. [Jer.17,13]
Toen ze bleven vragen, boog hij zich naar boven en zei tegen hen: “Wie van jullie zonder zonde is moet maar als eerste een steen op haar werpen.” En opnieuw boog hij zich naar beneden en schreef in de aarde.
Toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één naar buiten, beginnend bij de oudsten, tot de laatste. Ze lieten hem alleen achter, met de vrouw die in het midden stond.
Opnieuw boog hij zich naar boven en zag niemand behalve de vrouw. Hij zei tegen haar: “Vrouw, waar zijn je aanklagers? Heeft niemand je veroordeeld?” Ze zei: “Niemand, heer.” En Jezus zei: “Ook ik veroordeel je niet. Ga heen, en zondig [verwijder je] van nu af niet meer.”

Er zijn mensen die zich installeren in een machtssysteem waarbij zij hun eigen normen en regels opleggen aan anderen en strikt worden nageleefd. Zij laten geen ruimte voor menselijk falen, maar eisen volgzaamheid. In hun ogen is er geen plaats voor erbarmen en tolerantie.
Zijn we niet allemaal een beetje in dat bedje ziek? Ook wij hebben referentiekaders, waarvan wij verwachten dat de anderen er zich – zonder al te veel tegenspraak – aan houden, eerder dan naar hun argumenten te luisteren.
Hoe anders gaat Jezus om met rechtspraak. Hij staat open voor mensen met tekortkomingen, en is uiterst streng voor de ‘letterknechten van de wet’. Hij geeft ruimte aan de Liefde die nodig is voor wat ik ‘helend begrip’ noem. En dat hebben we juist zo nodig, in onze samenleving en in eigen kring, dat we elkaar met mildheid vrijheid, ruimte en menselijkheid gunnen.
Jezus vertrekpunt is daarom niet de wet maar wel zijn onvoorwaardelijke liefde voor de mens. Daar kan onze rechtspraak (maar ook wijzelf) nog heel wat van leren.