Verbonden Léven

Mt.19,3-12 (18/08/2023)

3       Er kwamen farizeeën naar hem om hem te testen en ze vroegen:
       “Is het een man geoorloofd zijn vrouw weg te sturen om elke reden?”
4      Hij antwoordde hun:
       “Hebben jullie niet gelezen
       dat de schepper vanaf de oorsprong
       hen mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? [Gen.1,27]
5      Hij zegt: Hierom zal een man zijn vader en moeder verlaten
       en zich binden aan zijn vrouw [Gen.2,24]
       en deze twee zullen één lichaam worden,
6      zodat zij niet meer twee, maar één zijn.
       Wat God dus heeft samengebracht, moet een mens niet scheiden.”
7      Ze vroegen hem nu:
       “Waarom heeft Mozes dan opgedragen
       een scheidingsakte te geven en haar weg te sturen?” [Deut.24,1]
8      Hij zei:
       “Omwille van de verhardheid van jullie hart [sklèrokardian]
       heeft Mozes toegestaan je vrouw weg te sturen.
       In oorsprong was dit echter niet zo.
9      Ik zeg jullie echter:
       Wie zijn vrouw wegstuurt en een ander huwt, begaat overspel
       – behalve om reden van hoererij –
       en wie de weggezondene huwt, begaat overspel.”
10     Zijn leerlingen zeiden hem nu:
       “Als het zo staat met man en vrouw, kun je beter niet trouwen!”
11     Maar hij zei hen:
       “Niet iedereen kan deze woorden plaatsen,
       maar wel wie het gegeven is.
12     Er zijn mensen die niet kunnen trouwen,
       omdat ze zo geboren zijn,
       en er zijn er die niet kunnen trouwen
       omdat ze door mensen tot een huwelijk niet in staat zijn gemaakt.
       Maar er zijn ook mensen die zelf van een huwelijk afzien
       omwille van het koningschap der hemelen.
       Wie dit een plaats kan geven,
       moet dit een plaats geven.

We vinden dit een erg lastig Evangelie. Het lijkt niet meer te passen bij onze tijd. Wat hebben godsdiensten toch altijd met die huwelijksmoraal?! Waarom menen ze telkens daar per se allerlei te moeten over zeggen?
Godsdiensten hebben vooreerst te maken met … mensen; en – als het ook maar een beetje goed zit – ook met G-d. Ze zijn er net om die samen te brengen. Maar mensen zijn mensen, een dierlijke soort die zich opgewerkt heeft en van daaruit meent boven alles verheven te zijn. Wie echter de geschiedenis bekijkt, zal rap zien hoe álle tijden door menselijke relaties enerzijds grote chaos – ‘los-bandigheid’ (lees dit letterlijk, niet in zijn veroordelende zin) – waren en anderzijds men daar met allerlei middelen wat structuur probeerde in te brengen. Meestal mocht men al tevreden zijn als die structuur er tenminste uiterlijk een beetje was. Wat er ‘achter de schermen’ gebeurde …
Godsdiensten gaan met díe mensen om – meer nog, worden door díe mensen georganiseerd – en vragen zich af of die ‘los-bandigheid’ de mens geluk brengt in goddelijke zin. Kan een mens G-ds Liefde vinden, als hij niet de veilige geborgenheid van menselijke relaties vindt?
Hóe die precies moeten georganiseerd worden, is wellicht een vraag die elke tijdsperiode opnieuw moet uitzoeken (hopelijk mee gebaseerd op de ‘leerschool’ van het verleden), maar dát ze georganiseerd moeten worden om heilzaam te zijn, dat wisten ze in Jezus’ tijd (en lang daarvoor, én lang daarna) al …