Verbonden Léven

Mt. 4,1-11 (26/02/2023) 

Toen werd Jezus door de geest naar de hoger gelegen woestijn geleid, waar hij door de uiteendrijver [splitser / diabolos] beproefd werd. Hij vastte veertig dagen en nachten en was toen uitgehongerd.
De beproever kwam naar hem en zei:
“Als jij de zoon van God bent, zeg dan aan deze stenen dat ze broden moeten worden.”
Maar Jezus antwoordde: “Niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woorden die uitgaan van Gods mond.” [Deut.8,3]
Toen nam de uiteendrijver hem mee naar de heilige stad en plaatste hem op de dakrand van het heiligdom. Hij zei:
“Als jij de zoon van God bent, werp dan jezelf naar beneden. Want er staat geschreven: Want hij geeft zijn engelen opdracht [je op al je wegen te bewaren]. Hun handen zullen je dragen zodat je je voet niet stoot aan een steen.” [Ps.91,11-12]
Jezus zei hem: “Er staat óók geschreven: Je zult de Heer je God niet op de proef stellen.” [Deut.6,16]
Opnieuw nam de uiteendrijver hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en toonde hem alle koninkrijken van de wereld en hun grootsheid. Hij zei hem:
“Aan jou zal ik dit alles geven, als je je voor mij neerbuigt.”
Toen zei Jezus: “Ga weg, tegenstander [satana], want er staat geschreven: Je zult je neerbuigen voor de Heer God, en hem alleen zul je dienen.” [Deut.6,13]
Toen verliet de uiteendrijver hem. En kijk, er kwamen engelen die hem dienden.

De ‘diabolos’ (waar het woord duivel van is afgeleid) is eigenlijk: de splitser, de tweedrachtzaaier, de uiteendrijver. Het gaat dus om allen en alles in het leven dat mensen van elkaar vervreemdt, en staat dus diametraal tegenover dat- en diegene die verbindt.
Mensen zijn niet zo moeilijk uiteen te spelen. De ‘diabolos’ krijgt vaak nogal vrij spel met ons. Jezus blijkt echter niet zo makkelijk uiteen te drijven. Het is natuurlijk zijn verbinding met G-d die hem die standvastige stevigheid biedt. Toch is ook hij aan verleiding onderhevig, menselijk als hij nu eenmaal ook is. Maar i.p.v. al te makkelijk op de verleiding in te gaan, zoekt hij telkens de verbinding met G-d te verstevigen, om zich niet uiteen te láten spelen. En hij doet dat langsheen de Schrift.
Wie het Woord G-ds leest, herleest, in zich opneemt, door zich heen laat gaan, … heeft een ‘verbindingslijn’ waar hij/zij telkens kan naar teruggrijpen als de ‘diabolos’ weer eens aan het trekken is.
Laat deze vastentijd dan ook maar een tijd worden van meer toeleg op de Schrift!