Verbonden Léven

Mt.4,12-23 (22/01/2023)

Toen Jezus hoorde dat Johannes was overgeleverd, week hij uit naar Galilea. Hij verliet Nazaret en kwam wonen in Kafarnaüm aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali, opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja werd gesproken:
Land van Zebulon en Naftali, aan de weg naar het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de [niet-Joodse] volken: Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor wie wonen in de schaduw van de dood is een licht opgegaan. [Jes.8,23 – 9,1]
Van toen af begon Jezus te verkondigen: “Keer om/ver-ander, want het koningschap der hemelen is dichtbij gekomen.”
Rondwandelend langs het meer van Galilea, zag Jezus twee broers: Simon, die Petrus werd genoemd, en zijn broer Andreas. Ze waren hun netten aan het uitwerpen in het meer – ze waren namelijk vissers. “Kom, mij achterna, riep Jezus hen, en ik zal jullie vissers van mensen maken.” Onmiddellijk lieten zij hun netten los en volgden hem.
Verder gaande zag hij twee andere broers: Jakobus, de zoon van Zebedeus, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader Zebedeus in de boot de netten aan het herstellen, en hij riep hen. Onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader los en volgden hem.
Jezus trok rond in heel Galilea. Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge] en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koningschap, en hij genas elke ziekte en elke zwakte onder het volk.

Leraar Matteüs (zie ons commentaar over de Bergrede) situeert Jezus klaar en duidelijk in de lijn van ‘de Schrift’ (wat wij het ‘Oude Testament’ noemen) en nog specifieker daarbinnen: in de lijn van de profeten. Jezus komt om te vervullen wat van oudsher is beloofd.
En toch is hij maar een schakel, een scharnier in de totaliteit van de wereld. Zijn eigen levenstijd in deze wereld was beperkt terwijl de mensentijd doorliep. Anderen dus zullen die ‘vervulling van de belofte’ verder moeten waar maken. Daarvoor riep hij zijn leerlingen.
Maar ook die zijn weer beperkt in de tijd. Dus moeten er nieuwe leerlingen komen. Je raadt het al: zonder jóu is er geen vervulling van de belofte in déze, onze tijd!
Die éérste leerlingen waren vissers, dus zei Jezus dat ze “mensen zouden vissen”. Jij bent misschien opvoeder, leraar, kloosterzuster, chauffeur, gepensioneerd, … (vul zelf concreet in) Hoe klinkt Jezus’ oproep dan aan jou?