Verbonden Léven

Mc.8,11-13 (14/02/2022)

De farizeeën gingen naar Jezus toe en ze begonnen met hem te twisten door van hem een teken uit de hemel te verwachten en hem zo op de proef te stellen.
Uit het diepst van zijn wezen slaakte Jezus een zucht, en zei: “Waarom verwachten jullie toch een teken? Ik verzeker jullie: dat zal niet gebeuren!”
Hij liet hen achter, stapte weer in de boot en ging weg naar de overkant.

Die farizeeën toch … o zo menselijk! Ik ben er zeker van dat als je even in je eigen herinneringen duikt én eerlijk bent met jezelf, je dezelfde vraag zult tegenkomen. We willen dat God duidelijk is. We willen dat hij klaar en onweerlegbaar aangeeft wat hij van ons wil of welke keuze wij moeten maken. We willen dat God naar onze omgeving toe aangeeft dat wij toch wel in het gelijk staan. We willen dat God ingrijpt in een situatie. We willen dat we wéten waar me met hem aan toe zijn.
We willen dat God … niet G-d is …
Als G-d de ge-heel ándere is, kán ik dan hem vatten, hoe groot mijn verstand ook is? Zelfs met de helderste uitleg blijft het ándere over. Zelfs met het duidelijkste teken – dat noodgedwongen binnenwerelds is – blijft het ándere over. Hij (?) zou niet G-d zijn als hij niet ‘ánders’ was! Vergeef mij deze duidelijkheid ivm de niet-duidelijkheid. – Maar dat ligt niet aan mij, maar aan G-d.
Jezus trapte gelukkig niet in die val en liet zich niet verleiden tot ‘duidelijkheid’ die niets met G-d te maken zou hebben, maar enkel zijn eigen status hooghield. Ook als Jezus wonderen deed, ging hem dat niet om het teken. Hij zegt nooit: “Het teken heeft je gered”, maar wel: “Je vertrouwen heeft je gered!”