Verbonden Léven

Mc.2,18-22 (17/01/2022)

De leerlingen van Johannes en die van de farizeeën hielden vasten.
Ze kwamen naar Jezus: “Waarom vasten die leerlingen wel, maar jouw leerlingen niet?”
Jezus antwoordde: “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Al de tijd dat zij hem bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen. Dan zullen zij vasten.
Niemand naait een lap van ongekrompen stof op een oud kledingstuk; anders trekt het nieuwe aan het oude en wordt de scheur erger.En niemand doet nieuwe wijn in oude leren zakken; anders doet de wijn de zakken barsten en gaat de wijn verloren met de zakken. Nee. Nieuwe wijn hoort in nieuwe leren zakken.”

Opnieuw het beeld van de bruiloft. Dit keer met Jezus als bruidegom. Het zal niet de laatste keer zijn dat dit beeld opduikt in spirituele teksten. Alle christelijke eeuwen hebben daar hun eigen versies van. De ontmoeting met Jezus is van een dermate innige en vreugde- verschaffende aard dat ze slechts amper ‘verbeeld’ kan worden met het meest innige en vreugdevolle onder mensen – en dan nog alleen als aanzet.
Kan er dan een somber gezicht opgezet worden (zoals toen gebruikelijk was bij het vasten, zie Mt.6,16)?
Jezus’ antwoord verwijst er niet zomaar naar dat er later wel tijden komen waarin hij wel afwezig zal zijn en dat ze dan somber moeten zijn! Nee, want eigenlijk is onze ‘bruidegom’ nóóit ‘afwezig’, ook niet als hij er niet fysiek is of wij de indruk hebben dan hij afwezig is – net zoals je je partner voortdurend bij jou aanwezig weet, ook als hij/zij dat niet letterlijk is.
Het vasten van de Christenen moet daarom ook een nieuwe inhoud krijgen: het gaat om nieuwe wijn, om nieuwe vreugde dus, vreugde om een altijd-inwezigheid. Wij mensen hebben echter verstilling en versobering nodig om dit te ont-dekken in ons leven.