Verbonden Léven

Mc. 8,11-13 (13/02/2023)

De farizeeën gingen naar Jezus toe en ze begonnen met hem te twisten door van hem een teken uit de hemel te verwachten en hem zo op de proef te stellen. Uit het diepst van zijn wezen slaakte Jezus een zucht, en zei: “Waarom verwachten jullie toch een teken? Ik verzeker jullie: dat zal niet gebeuren!”
Hij liet hen achter, stapte weer in de boot en ging weg naar de overkant.
We zijn rotsvast overtuigd van alles wat we zelf onder controle hebben: regels, afspraken, wetenschap, … enz. Voor die zaken wil niemand tekenen zien, er lijkt daarvoor ‘bewijs’ genoeg aanwezig te zijn. Maar als het gaat over wat we niet in de hand hebben, over je toevertrouwen aan, over go(e)de dingen, … dan willen we weten waar het vandaan komt. We aarzelen en vragen ons af of het wel te betrouwen is? Zit er misschien meer achter? …

Jezus moet er van zuchten. Heel zijn doen en laten straalt uit dat het van G-d komt en toch wordt het in vraag gesteld. Hij kan niet verstaan dat mensen zo hardleers kunnen zijn. Willen ze hem wel volgen? Jezus’ boodschap is er één van trouw, niet aan enige menselijke macht, maar aan G-d zelf. Ze zeggen wel dat ze geloven in G-d, maar durven ze echt ten volle aannemen dat Jezus hen naar die G-d kan leiden?
Durven wij ons aan hem toevertrouwen of houden ook wij liever de touwtjes in eigen handen?