Verbonden Léven

Mc. 2,18-22 (16/01/2023)

De leerlingen van Johannes en die van de farizeeën hielden vasten. Ze kwamen naar Jezus: “Waarom vasten die leerlingen wel, maar jouw leerlingen niet?” Jezus antwoordde: “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Al de tijd dat zij hem bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen. Dan zullen zij vasten.
Niemand naait een lap van ongekrompen stof op een oud kledingstuk; anders trekt het nieuwe aan het oude en wordt de scheur erger. En niemand doet nieuwe wijn in oude leren zakken; anders doet de wijn de zakken barsten en gaat de wijn verloren met de zakken. Nee. Nieuwe wijn hoort in nieuwe leren zakken.”

Het is van alle tijden: mensen zijn behoudsgezind, met als gevolg, dat ze vaak aarzelen om nieuwe dingen toe te laten. Iets nieuws beginnen roept immers vragen op. Nieuwe dingen toelaten wil zeggen oude loslaten en dat is niet evident. Het oude vertrouwde loslaten om het nieuwe toe te laten, dat is een sprong wagen en vertrouwen dat het goed komt. Logisch dus dat wij mensen moeite hebben met veranderingen. Het is die moeite, die behoudsgezindheid, die door Jezus wordt vastgesteld. Hij veroordeelt het niet. Hij brengt het ter sprake: Zie hoe G-d aanwezig is. Durf hem toe te laten. Je zal ervaren dat dit vreugde met zich meebrengt en een helend effect heeft. Probeer niet krampachtig vast te houden aan wat was. Ga ten volle voor het ontluikende nieuwe en laat het oude los. Hij daagt de farizeeën (en ons) uit om de ogen en het hart te openen voor het nieuwe. Een combinatie van oud en nieuw zal niet werken. Ze zullen samen ten onder gaan.
Ga ervoor! Er zal nog tijd genoeg zijn om te vasten (je te bezinnen) als het lastiger wordt of als de inspirator uit het zicht verdwijnt.