Verbonden Léven

Lc.1,39-56 (31/05/2022)

Kort daarop reisde Maria met haast naar het bergland, naar een stad in Judea. Ze ging het huis van Zacharias binnen en begroette Elisabet. Toen Elisabet de begroeting van Maria hoorde, sprong het kind in haar schoot op en Elisabet werd vervuld van heilige geest. Ze riep uit:
“Gezegend ben jij onder de vrouwen
en gezegend de vrucht van jouw schoot!
Vanwaar valt mij dit toe
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Kijk! Zodra de klank van je begroeting in mijn oor kwam,
sprong het kind in mijn schoot op van uitbundige blijdschap.
Gezegend wie vertrouwde,
want wat haar vanwege de heer is gezegd
zal vervulling vinden.”
En Maria zong het uit:
“Mijn ziel maak groot de Heer,
uitbundig blij is mijn geest om God, mijn bevrijder,
want hij heeft omgezien
naar de kleinheid van zijn dienares.
Kijk! Vanaf nu zullen alle generaties mij gezegend noemen.
Want hij die geestkrachtig is,
deed grote dingen aan mij.
Heilig is zijn Naam!
Zijn barmhartigheid duurt over alle generaties
voor wie hem vreest.
Hij toont machtige daden
en slaat hoogmoedigen van hart uiteen;
machthebbers haalt hij neer van hun troon
en kleinen maakt hij groot;
hongerigen vervult hij met goede gaven
en rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trekt zich Israël, zijn dienaar, aan,
her-innerend zijn tederheid
– zoals hij het gezegd had tegen onze vaders –
voor Abraham en voor alle generaties, tot in eeuwigheid.”
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar en keerde dan naar huis terug.

Wat gebeurt er als mensen bij elkaar op bezoek gaan? Bemerk het heel interessante van deze uitdrukking! Je kunt maar op één van beide plaatsen binnengaan – je bent bij de één óf bij de ander – maar bij een ontmoeting ga je wel bij elkáár binnen, wederzijds dus!
En dat is eraan te voelen. Het verwondert mij niets dat een baby in de moederschoot die ontmoeting aanvoelt. ‘Binnengaan bij iemand’ zal zich immers laten voelen ‘tot in je ingewanden/ baarmoeder’ – zo zegt de Bijbelse taal; ‘tot in je diepste gemoed’ – zeggen wij vandaag.
Zo’n ontmoeting ontroert, beroert, ze maakt iets los wat misschien vast zat in je leven. Er borrelt een levensliedje uit je op. Echte ontmoeting is levengevend, en dus G-ddelijk.
Gezegend de mensen die elkaar zó ontmoeten – en gezegend de kinderen die daarin mogen delen! Zou onze kerk niet anders worden als wij er plekken van zouden maken waar ont-moet-ing en ‘bij elkaar op bezoek gaan’ centraal zouden staan?