Verbonden Léven

Lc.11,14-26 (13/10/2023)

14    Eens dreef Jezus een demon uit die stom was.
       Toen de demon verdreven was, kon de stomme weer spreken.
       De omstaanders verwonderden zich daarover.
15    Sommigen zeiden:
       “Het is door Beëlzebul, de heerser van de demonen,
       dat hij demonen kan uitdrijven!”
16    Anderen – om hem op de proef te stellen –
       verlangden van hem een teken uit de hemel.
17    Maar hij wist welke gedachten bij hen leefden
       en zei daarom:
       “Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is,
       raakt verwoest; het ene huis valt op het andere.
18    Als nu de tegenstander [satan] zelf innerlijk verdeeld is,
       hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden?
       Want jullie zeggen dat ik door Beëlzebul demonen uitdrijf.
19    En als ik ze door Beëlzebul uitdrijf,
       door wie drijven jullie zonen ze dan uit?
       Als jullie zo redeneren, zullen zij zelf jullie rechters zijn.
20    Maar als ik door Gods kracht de demonen uitdrijf,
       dan heeft het koninkrijk van God jullie bereikt!
21    Wanneer een sterke goed bewapend zijn domein bewaakt,
       dan is wat hem lijkt toe te behoren in vrede.
22    Maar zodra nu iemand komt die sterker is dan hij,
       overwint hij hem,
       ontneemt hem de wapenrusting waarop hij vertrouwde
       en geeft weg wat hij op hem heeft buitgemaakt.
23    Wie niet mét mij is, is tegen mij,
       en wie niet met mij bijeenbrengt, die verstrooit.
24    Telkens wanneer een nog niet gereinigde geest uit iemand weggaat,
       dwaalt hij door dorre plaatsen op zoek naar rust.
       Omdat hij die niet vindt, zegt hij:
       “Ik ga terug naar mijn huis, vanwaar ik ben weggegaan.”
25    Wanneer hij er terugkomt
       en hij vindt het schoongeveegd en [leeg, kil] ordentelijk,
26    dan trekt hij andere geesten met zich mee,
       wel zeven, nog slechter dan hijzelf.
       Eens binnen, vestigen ze zich daar.
       Zo is het voor die mens aan het eind nog erger dan van tevoren.”

Verdeeldheid is een kwalijke demon die tot op onze dagen ronddwaalt door de wereld. Je hoeft het nieuws maar op te zetten om dat te horen, je ogen maar open te trekken om dat te zien. Wie de moed heeft om – zoals Jezus – daar tegenin te gaan zal – ook vandaag dus – raar bekeken worden. Men weet niet vanwaar die helende kracht komt, meer vertrouwd als men is met de splitsende kracht! Ook van goede krachten is men bang; of liever: ze irriteren, omdat ze confronteren en uitdagen óók dat goede te doen.
Jezus – en ik vandaag? – laat zich niet doen door die onterechte kritiek op zijn persoon en werk. Hij weet waar hij voor staat en doorziet het mechanisme van de verdeeldheid – in de Bijbel vaak de ‘verdeler’ = splitser = diabolos genoemd, of ook: de tegenstander = satan. Híj – Jezus – is gekomen om bijeen te brengen, te helen, ‘heel’ te maken.
In de kracht van de eenmakende Go(e)de Geest doet Jezus merkwaardige dingen. Zal ík verbaasd/verdwaasd hem erover verdacht maken, of zal ik in zijn voetspoor treden – vandaag?