Verbonden Léven

Lc.5,1-11 (7/09/2023)

     Op een keer drong de menigte rondom hem
       om het woord van God te horen.
       Hij was toen bij het meer van Gennesaret [= meer van Galilea].
     Hij zag twee boten aan de oever liggen.
       De vissers waren eruit gestapt
       en spoelden hun netten.
     Hij stapte in één van de boten
       – het was die van Simon –
       en vroeg hem een eindje van het land af te varen.
       Hij ging zitten en onderrichtte de menigte vanuit de boot.
     Toen hij ophield te spreken, zei hij tegen Simon:
       “Vaar naar het diepe
       en gooi daar jullie netten uit om iets te vangen.”
     Simon antwoordde hem:
       “Meester, de hele nacht door hebben wij gezwoegd
       en hebben niets gevangen,
       maar op jouw woord zal ik het net uitwerpen.”
6        Ze deden dit en vingen zo’n massa vissen
       dat hun netten ervan dreigden te scheuren.
     Ze wenkten hun maats in de andere boot
       om de vangst mee op te trekken.
       Die kwamen en vulden beide boten tot zinkens toe.
     Toen hij dit zag,
       viel Simon Petrus bij Jezus’ knieën neer en zei:
       “Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig man!”
     Want verbazing beving hem
       en al de mannen die bij hem waren,
       over de visvangst die ze hadden samengebracht.
10    Zo ook Jakobus en Johannes, de zonen van zebedeus,
       de metgezellen van Simon.
       En Jezus zei tegen Simon: “Wees niet bang!
       Vanaf nu zul je mensen vangen en het leven schenken.”
11    Ze brachten de boten aan land,
       verlieten alles en volgden hem.

Jezus was een begenadigd spreker en voelde haarfijn aan wat er leefde bij zijn toehoorders. Ze hebben honger naar G-ds woord. Ze zijn geïnteresseerd in wat hij te vertellen heeft. En zoals een goede leraar betaamt, weet hij dat een verhaal maar concreet en voedend wordt als het herkenbaar is, dus neemt hij hen mee in zijn verhaal. Hij maakt hen tot medespelers. Zo mogen ze aan den lijve ervaren wat het wil zeggen: ‘gehoor geven aan Jezus’ woord’. De vissers blijven vissen (er verandert niets aan hun werksituatie), maar ze worden uitgenodigd hun doen en laten te laten leiden door G-ds woord en dat is verrassend anders dan ze gewoon zijn.
Jezus zet zijn toehoorders aan om – elk op zijn eigen manier, in hun dagelijks bezig zijn – zijn woorden waar te maken. Als goeie pedagoog ziet hij hun kracht (vissen, dat kunnen ze), geeft hen vertrouwen (wees niet bevreesd) en geeft hen de kracht om zelf aan de slag te gaan, mensen op te vissen en leven te geven, net zoals hij het hen heeft voorgedaan.