Verbonden Léven

Lc.18,9-14 (18/03/2023)

Met het oog op sommigen die van zichzelf vertrouwden dat ze integer waren en neerkeken op de rest, vertelde Jezus nu deze gelijkenis:
“Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden. De ene was een farizeeër, de andere een tollenaar. De farizeeër ging staan en bad over zichzelf: “God, ik dank je dat ik niet ben zoals de andere mensen: grijpgraag, onrechtvaardig, overspelig, … of zoals die tollenaar. Ik vast twee maal per week en ik sta een tiende van al mijn inkomsten af.”
De tollenaar bleef op een afstand staan, hief zelfs zijn ogen niet naar de hemel, maar sloeg zich op de borst: “God, wil je verzoenen met mij, zondaar die ik ben.”
Ik zeg jullie: Híj keerde naar huis terug integer geworden, en niet de ander.
Want ieder die zichzelf groter maakt, zal kleiner worden,
en wie zichzelf kleiner maakt, zal groter worden.”

Het lijkt toch o zo simpel, o zo duidelijk … Ja, we verlangen zelfs oprecht naar die houding van ‘de tollenaar’. Maar in de praktijk komen we er amper toe, of ‘de farizeeër’ sluipt toch weer bij ons binnen – wellicht omdat hij er zijn vaste woonplaats heeft!
Als ik mezelf kleiner maak – wat niet hetzelfde is als mezelf kleineren! – moet ik de eerlijke durf hebben kritisch naar mezelf te kijken, en voorál naar mezelf en niet de vergelijking maken met anderen, want daar wil ik sowieso liefst boven staan. Het is mezelf durven ontdoen van de illusies die ik over mezelf voortdurend heb.
Omdat dat menselijk gezien zó moeilijk en bedreigend is, is het eigenlijk bijna maar mogelijk als ik niet op mezelf reken, maar vertrouw op een G-d die mij daarin draagt. Alleen een Liefde die onvoorwaardelijk naar mij toekomt stelt mij in staat zo eerlijk naar mezelf te kijken. In de verzengende gloed van die Liefde zullen mijn illusies ‘verdwijnen als sneeuw voor de zon’. Pijnlijk soms, maar o zo bevrijdend! Integer mag ik naar huis …