Verbonden Léven

Lc.11,37-41 (11/10/2022)

Nadat Jezus zo sprak, vroeg een farizeeër of hij bij hem wou komen eten. Hij kwam het huis binnen en ging meteen aanliggen. De Farizeeër merkte dit op en verwonderde zich dat hij vóór de maaltijd niet eerst zich [de handen] waste [zoals een door de farizeeën opgelegde regel het stelde].
Maar de heer zei tot hem: “En jullie dan?! Jullie Farizeeën reinigen wel de buitenkant van beker en bord, maar jullie binnenkant is vol hebzucht en slechtheid! Stukken onverstand! Heeft hij die de buitenkant maakte ook niet de binnenkant gemaakt? Geef dus liever de binnenkant in barmhartigheid, dan zul je zien dat alles rein is.”

En Jézus gaat verder met kritiek leveren. Hij gaat wel hard tekeer tegen de farizeeër die hem uitnodigde (ik zou het niet durven zo uit te varen tegen mijn gastheer en zijn vrienden): ‘stukken onverstand’ noemt hij ze. Wat is hier aan de hand? Het lijkt over een futiliteit te gaan – een hygiëne maatregel – maar niets is minder waar. Voor de farizeeën lijkt het ok als je maar genoeg de uiterlijke regels volgt, dan kom je vanzelf aan de binnenkant uit. Jezus echter zegt dat waar-achtig geloof geen kwestie is van plichtsbewust de uiterlijke regels te volgen. Waar-achtig geloof vertrekt van binnenuit, vanuit je liefde voor en je verbinding met G-d. Vertrekken aan de ‘buitenkant’ zal je níet automatisch doen uitkomen aan de ‘binnenkant’. Neen, voor Jezus is het wezenlijke de binnenkant (G-d beminnen), dáár moet je starten – en dat zal zich dan wel vertalen in de buitenkant. Als je daar start, vanuit de binnenkant, dan zal wat er ook naar buiten komt, Go(e)d zijn!