Verbonden Léven

Joh.3,14-21 (10/03/2024) 

14    “Zoals Mozes in de woestijn
       de slang heeft omhoog geheven,
       zo moet de mensenzoon
       omhoog worden geheven [op het kruis],
15    opdat al wie vertrouwende ín hem is,
       niet verloren gaat,
       maar het volle leven heeft.
16    Want zó lief heeft God de wereld,
       dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven,
       opdat al wie vertrouwende ín hem is,
       niet verloren gaat,
       maar het volle leven heeft.
17    Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden
       om die wereld te vonnissen,
       maar opdat ze door hem zou worden bevrijd.
18    Wie vertrouwend ín hem is,
       wordt niet gevonnist,
       maar wie niet vertrouwt,
       is al gevonnist,
       omdat hij niet heeft vertrouwd
       in de naam van de eniggeboren zoon van God.
19    En dit is het vonnis:
       Het licht is in de wereld gekomen,
       maar de mensen hadden de duisternis meer lief dan het licht,
       want hun daden zijn slecht [= zich van God en mens verwijderend].
20    Want ieder die kwaad doet,
       haat het licht; hij vermijdt het licht,
       zodat zijn daden niet aan de dag komen.
21    Maar wie waarheid doet,
       zoekt het licht op,
       zodat openbaar wordt
       dat zijn daden in God zijn verricht.”

In z’n gesprek met Nikodemus plaatst Jezus duisternis tegenover licht, of je zou ook kunnen zeggen: verwijdering tegenover verbondenheid, ...
De keuze is aan ons, elk moment opnieuw. Maar zo zwart-wit is het meestal niet. Het dagelijks leven speelt zich meestal af ergens tussenin. Als het goed zit streven we naar het goede, maar we halen dat nooit hélemaal. Echter: zolang het streven er is, blijven we op weg naar het Licht, want: “Wie de waarheid doet, zoekt het Licht op”. Er is dus sprake van gáán. Het zal dus een kwestie zijn van op weg blijven.
Is dat een mooi excuus om het niet zo nauw te nemen, om genoegen te nemen met een lauw leven? Als het zo is dat we belijden ons best te doen, terwijl we het daarbij laten, dan veroordelen we onszelf tot duisternis. Écht op weg gaan en blijven, met vallen en opstaan, wil zeggen je openstellen voor elkaar, waarheid doen en indien nodig terugkeren op je schreden naar het Licht toe.
Dat dit niet evident is zal niemand ontkennen, maar het is niet onmogelijk. En het is vooral bevrijdend!