Verbonden Léven

Joh.20,19-23 (28/05/2023)

19    Toen het dan avond was, op die eerste dag,
       waren de leerlingen bijeen,
       met gesloten deuren, uit vrees voor de Joden.
       Jezus kwam, hij stond in hun midden,
       en zei tegen hen: “Vrede voor jullie!” [Sjaloom]
20    En hij toonde hun zijn handen en zijn zijde.
       De leerlingen waren diep verheugd
       toen ze de Heer zagen.
21    Jezus zei hen opnieuw: “Vrede voor jullie!
       Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie.”
22    Toen blies hij over hen en zei:
       “Ontvang de heilige Geest-adem.”
23    Als je iemands zonden [verwijdering] loslaat [vergeeft],
       dan worden ze losgelaten;
       als je ze vasthoudt, worden ze vastgehouden.

Jezus komt. Of ik nu opgesloten zit in mezelf, angstig of zonder moed, weggedoken of amper levend, hij komt! En hij komt met ‘shalom’, dat is ‘vrede’ die véél verder strekt dan ‘geen oorlog’, maar getuigt van een harmonie tussen allen en alles, ook harmonie met mezelf dus.
Vervolgens toont hij zijn handen en zijn zijde, zijn wonden dus. Is dat niet wat raar, dat ik per se nog eens met mijn neus in de wonden moet geduwd worden? Waarom doet hij dat? Omdat Jezus Jezus niet kan zijn zónder de getuigen van zijn keuze voor de lijdende, gekwetste en kwetsbare mens. Een Jezus die zijn handen niet heeft vuilgemaakt aan het leed van de mensen, kan geen ‘zoon van G-d’ zijn!
Dat geeft diepe vreugde, bevrijding, maar nooit een vreugde die bedoeld is om alleen voor mezelf te houden. Ik word gezonden én ontvang daartoe G-ds Geest-adem. Mijn zending is er geen ‘naar de andere kant van de wereld’, maar naar degene die vastgeraakt is in zijn eigen verwijdering. Als ik naar de ander toe ga en hem/haar vrij maak, … dan kan dit commentaartje van bovenaf herbeginnen, telkens opnieuw … dan lééf ik Jezus’ Geest(ig) …