Verbonden Léven

Joh. 3,7-15 (18/04/2023)

Verwonder je niet dat ik zei ‘het is nodig nieuw geboren te worden’. De wind [pneuma/ruach] waait waarheen het zijn bedoeling is. Je hoort zijn geluid, maar je weet niet vanwaar hij komt of waarheen hij gaat. Zo is het met ieder die geboren wordt uit de geest-adem [wind/pneuma/ruach]
Nikodemus bleef vragen: “Maar hoe kan dat gebeuren?
Jezus antwoordde hem: “Jij bent een leraar van Israël en je weet dat niet? Amen, amen, ik zeg je: Wij zeggen dat wat wij weten en over wat wij gezien hebben, getuigen wij. Maar ons getuigenis nemen jullie niet aan. Als je al geen vertrouwen stelt in wat ik zeg over de aardse dingen, hoe zul je dan vertrouwen als ik spreek over de hemelse? Nooit is iemand opgeklommen naar de hemel als hij niet uit de hemel is neergedaald. Zo is de mensenzoon in de hemel. Zoals Mozes in de woestijn de slang heeft omhoog geheven, zo moet de mensenzoon omhoog worden geheven [op het kruis], opdat al wie vertrouwende ín hem is, niet verloren gaat, maar het volle leven heeft.”

Het nachtelijk gesprek met Nikodemus gaat verder. Ook nog de volgende dagen trouwens. Jezus vindt het blijkbaar niet te beroerd zijn slaap te laten voor deze eerlijk zoekende mens, ook al stelt hij waarschijnlijk met veel pijn in het hart vast dat ‘de leraren van Israël’ – zij die G-ds volk moesten leiden – eigenlijk niet veel van de innigheid met G-d weten! (O tempora!)
Jezus probeert wat meer te vertellen over die ‘ruach’, die zotte goddelijke wind, die levensadem/geest-adem. Het is een her-scheppingsgebeuren waarin G-ds werve(le)nde kracht tot uiting komt. Wie er zich door laat meenemen, wordt ‘nieuw geboren’; zó nieuw dat je helemaal niet weet waar je uitkomt – en dat is nu juist wat angstige mensen als Nikodemus en héél velen na hem (ik ook?) niet aandurven.
Het is een vertrouwensstap, waarin Jezus ons is voorgegaan. Zíjn diepe innigheid met G-d enerzijds en zijn diepe innigheid met mij (ja, elk van ons) anderzijds staan er borg voor dat we misschien niet weten waar we uitkomen, maar wel dat het ‘vol Léven’ zal zijn.