Verbonden Léven

Joh.2,1-12 (7/01/2023)

Op de derde dag [= na de roeping van (5) leerlingen / = ‘verrijzenisdag’] was er in Kana in Galilea een bruiloft. Jezus’ moeder was daar, en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd op de bruiloft. Er ontstond een tekort aan wijn.
Jezus’ moeder zei tegen hem: “Ze hebben geen wijn (meer).” Jezus antwoordde: “Wat dan nog voor mij en voor jou, vrouw? Mijn uur is nog niet gekomen.” Zijn moeder zei tegen de dienaren: “Wat hij jullie ook zegt, doe het.”
Er stonden daar nu zes stenen waterkruiken, volgens de reinigingsgebruiken van de Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten. [1m = 39,39l  tot. ca. 600l] Jezus zei hen: “Vul deze waterkruiken met water.” En ze vulde ze tot bovenaan. Nu zei hij hen: “Schep er wat van uit en breng dat naar de tafelmeester.” En zij brachten het.
Toen de tafelmeester het water had geproefd dat wijn geworden was, – hij wist niet vanwaar die kwam, alleen de dienaren die het water geschept hadden wisten het – riep de tafelmeester de bruidegom en zei: “Iedereen zet eerst de goede wijn voor, en als ze bedronken zijn de mindere. Jij hebt de goede wijn bewaard tot nu!”
Dit was het begin van de tekenen die Jezus deed, in Kana in Galilea. Hij openbaarde zijn grootsheid en zijn leerlingen vertrouwden in hem. Hierna daalde hij af naar Kafarnaum, [Kana lag in het bergland, Kafarnaum aan het meer van Galilea] hijzelf, zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze enkele dagen.

Dit is ‘het begin van Jezus’ openbaar optreden’ volgens het Johannesevangelie. We zouden het dus uiteraard over Jezus kunnen hebben, maar misschien moeten we vandaag eens bijzonder naar Maria kijken. Zij spreidt in navolgenswaardige eenvoud een verbluffend vertrouwen ten toon.
Het is Maria die ‘gezien’ heeft dat er geen wijn meer was, niet Jezus. Het is Maria die het initiatief neemt, niet Jezus, integendeel, hij wijst het zelfs af. ‘Mijn uur is nog niet gekomen’ is in het Johannesevangelie een goddelijk statement. ‘Het uur’ is het moment van G-ds openbaring aan de wereld. Jezus had het nog niet gezien, Maria wél!
Goddelijke moeders die het ‘momentum’ in hun kinderen zien en weten wakker te maken. Goddelijk waar de ene mens de andere zo ‘bemoedert’ dat zij/hij het allerbeste in de ander naar boven haalt. Goddelijk waar vertrouwen op G-ds gebeuren/geboren worden in de wereld door mensen zo beleefd wordt dat ze op díe basis in alle eenvoud initiatieven nemen.
Goddelijk kan het vandaag worden, als ik zo’n ‘moeder’ word.