Verbonden Léven

Mt.9,9-13  (21/09/2022)
 
Jezus ging van daar verder en zag een zekere Matteüs bij het tolhuis zitten. 
“Volg mij,” zei hij tegen hem, en hij stond op en volgde Jezus. 
Jezus ging in op zijn uitnodiging voor een afscheidsmaal. En kijk: Veel tollenaars en zondaars kwamen ook en lagen mee aan tafel met Jezus en zijn leerlingen. Toen de Farizeeën dit zagen, insinueerden ze tegen zijn leerlingen: “Waarom eet die meester van jullie met tollenaars en zondaars?” 
Maar Jezus had dit gehoord en antwoordde: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig,  
maar de zieken. Ga, en onderzoek wat dit wil zeggen. Mededogen wens ik, geen holle offers. Niet om de rechtvaardigen te roepen, ben ik gekomen, maar de zondaars.” 
 
Jezus en Matteüs, twee mannen die ingaan op elkaars uitnodiging. Jezus neemt het initiatief. Hij spreekt de nietsvermoedende tollenaar aan: “Volg mij.” De uitnodiging heeft een straffe impact. Matteüs staat onmiddellijk op en volgt hem. Niets lijkt hem hiervan te kunnen weerhouden. 
Dan is het de beurt aan Matteüs. Hij nodigt Jezus uit op een feest voor al zijn vrienden en kennissen, zondaars en tollenaars, m.a.w. zij die niet geliefd zijn in de maatschappij. En Jezus aarzelt niet – net zomin als Matteüs – ook al weet hij dat hij hierop aangesproken zal worden. Wie gaat er nu met bedriegers en zondaars aan tafel? En toch gaat hij, want dat is de plaats waar hij moet zijn. Daar bij die mensen – door de goegemeente veracht – daar moet hij zijn. Zij hebben zijn respectvolle liefde nodig om te kunnen (over)leven in een keiharde maatschappij waar de ene neerkijkt op de ander. Het zijn zij – op wie neergekeken wordt – waarmee hij aan tafel gaat. 
Nu ik dat weet … zal ik hem ook dan nog blijven volgen? Ga ik met hen aan tafel?