Verbonden Léven

Mc.3,1-6 (18/01/2023)

Jezus ging opnieuw de plaats van samenkomst [in Kafarnaüm] binnen. Daar was iemand met een verdorde hand. Men hield hem in de gaten of hij op sabbat zou genezen, zodat ze hem konden aanklagen.
Hij zei tegen degene met de verdorde hand: “Sta op. Kom hier in het midden.” En tegen hen zei hij: “Wat moet men doen op sabbat: goed of kwaad, iemand bevrijden of doden?” Maar zij zwegen.
Woedend keek hij rond, diep bedroefd om de verhardheid van hun hart, en hij zei tegen hem: “Strek je hand uit.” Hij strekte zijn hand uit en die herstelde helemaal.
De farizeeën gingen naar buiten en onmiddellijk beraadden ze met de herodianen hoe ze hem zouden kunnen ombrengen.

Hoe dramatisch! – En hoe begrijpelijk Jezus’ woede! Je kunt toch maar één antwoord geven op de vraag of je goed moet doen of kwaad? Maar zij weigerden het te geven, omdat het niet past in hun ‘systeem’.
Wij zijn het gewoon dit soort tegenstelling te horen over Jezus en de farizeeën. Maar mij doet het ook denken aan situaties bij ons: ook in onze samenleving is er veel wat zeker en vast goed zou mogen genoemd worden, maar niet wordt erkend want niet passend in het systeem. In de gezondheidszorg en in de zorg voor ‘rafelrandmensen’ vind je daar veel voorbeelden van.
Jezus werd daar woedend van. Wij ook? Wij staan er in bewondering voor dat Jezus die mens genas, maar ‘ik steek er mijn hand voor uit’ dat als wij zouden optreden zoals Jezus, er ook wonderen zouden gebeuren! Durven wij onze woede over de absurditeit van de weigering van het goede door het systeem te noemen en ernaar handelen? Het vraagt natuurlijk enige moed en de kans bestaat dat ze ons aanklagen, maar we zullen er wel G-ds rijk dichterbij mee brengen.