Verbonden Léven

Lc.19,1-10 (21/11/2023)

1      Nu ging hij Jericho binnen en trok erdoor.
2      Kijk! Er was iemand die Zacheüs heette.
       Hij was hoofdtollenaar en een rijk man.
     Hij trachtte Jezus te zien, wie hij was,
       maar het lukte hem niet door de menigte,
       want hij was klein van gestalte.
4      Hij rende vooruit
       en klom in een wilde vijgenboom
       om hem toch maar te zien,
       want Jezus zou daar langs komen.
5      En toen hij op die plaats was,
       keek Jezus omhoog, zag hem, en zei tegen hem:
       “Zacheüs, haast je, kom omlaag,
       want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.”
6      Hij haastte zich omlaag te komen
       en ontving hem vol vreugde.
     Allen die dit zagen, morden nogal:
       “Hij is bij een zondaar binnengegaan
       om er te verblijven!”
     Maar Zacheüs ging voor de Heer staan en zei:
       “Ziehier, Heer, de helft van alles wat ik heb,
       zal ik aan de armen geven,
       zal ik het viervoudig teruggeven.”
     Nu zei Jezus tegen hem:
       “Vandaag is vrijmaking aan dit huis gebeurd.
       Ja, ook hij is een zoon van Abraham.
10    Want de mensenzoon is gekomen
       om te zoeken en vrij te maken
       wat verloren was.”

Zacheüs was een randfiguur – net als de blinde bedelaar van gisteren – die Jezus wil zien. Er is iets in Jezus’ doen en laten dat hem intrigeert. Waarschijnlijk had hij vooraf niet kunnen vermoeden wat het met hem zou doen als hij door Jezus ‘gezien’ wordt. Het brengt hem omlaag (uit zijn boom), met z’n voeten op de grond en keert heel zijn leven om.
In dit kleine stukje Evangelie komt heel Jezus’ missie naar voren. Hij is gekomen om te bekeren, te genezen, om ‘mensen aan de rand’ te zoeken en te vinden. Jezus was altijd op zoek naar de mensen die ‘op afstand staan’. Hij is niet geïnteresseerd in soft gedoe met de ‘onderkant van de maatschappij’. Hij wil niet provoceren tegen de gevestigde waarden en is ook niet bezig met ‘sociale zorg’. Hij is geen maatschappelijk werker. Neen, alles draait voor hem om dat wat hij als levensnoodzakelijk beschouwt, nl. de Liefde. Hij nodigt iedereen, en dus ook alle ‘randfiguren’, uit in dat centrum, in die goddelijke Liefde, want hij weet dat het alleen daar is dat mensen vrij worden en Léven vinden in overvloed.