Verbonden Léven

Joh.13,16-20 (29/4/2021)

[Na de voetwassing zei Jezus tegen zijn leerlingen:]
“Amen, amen, ik zeg julllie: Een dienaar is niet groter dan zijn heer, een gezant niet groter dan wie hem gezonden heeft. Als je dit weet, gezegend ben je als je het ook doet.
Ik zeg dit niet over jullie allemaal. Ik weet wie ik heb uitgekozen, maar het is opdat de Schrift vervuld zou worden: ‘Die aanzat aan mijn tafel, heft zijn hiel tegen mij op.’ [Ps.41,10b] Vanaf nu zeg ik het jullie voor het gebeurt, opdat, wanneer het gebeurt, je zou vertrouwen dat ik het ben.
Amen, amen, ik zeg jullie: Als iemand verwelkomt wie ik zend, verwelkomt hij mij; en als iemand mij verwelkomt, verwelkomt hij wie mij gezonden heeft.”

Jezus stelt zijn leerlingen voor een ultieme keuze: het is vóór of tégen hem! Jawel, het gebeurt ook dat leerlingen tégen hem kiezen! (Blijkbaar is het van alle tijden, want het staat al als spreuk in de Psalmen: “Die aanzat aan mijn tafel, heft zijn hiel tegen mij op.”)
Wellicht denken we nu: Maar ík zal niet tégen hem kiezen! Nee, ík ben een goede leerling.
Laten we nog even aannemen dat dat ongeveer waar is; dat wij geen al te flagrante dingen zeggen of doen die tegen Jezus ingaan – alhoewel …
maar betekent dat dan dat wij wél knielen om de anderen – álle anderen, ook wie ‘onder’ ons staat, ook wie ons verloochent en verraadt, ook wie ‘met vuile voeten’ door het leven gaat (al of niet letterlijk) – de voeten te wassen?
Zijn wij niet in veel gevallen nogal halfslachtig: noch het een, noch het ander …?
Welk beeld geven wij dan van hem mee als wij in zijn naam gezonden worden?