Mt.11,25-30 (4/10/2022)
Ook in die tijd zei Jezus:
“Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde, dat je deze dingen verborgen hebt voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen en ze onthuld hebt voor [onmachtige] onmondigen. Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat. Alles is mij door mijn vader toevertrouwd, en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader, en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon en aan wie de zoon het wil onthullen.
Kom naar mij, allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt, en ik zal je rust geven. Neem mijn juk op: laat mij je leermeester zijn – zachtaardig en deemoedig van hart, en je zult rust vinden in jezelf. Want mijn juk is teder en mijn last is licht.
Vorige week hadden we het ‘feest’ van de aartsengelen; vandaag vieren we sint-Franciscus, en het kan verbazen dat hij in de liturgische categorie ‘maar’ een ‘gedachtenis’ krijgt. Dat zegt natuurlijk vooral hoe gevoeligheden en accenten in de toepassing van Jezus’ boodschap verschuiven doorheen de tijden. We zouden soms verrast opkijken als we zouden zien hoe christenen 500 jaar geleden hun geloof beleefden – zowel positief als negatief.
In onze tijd is ‘de poverello’ een populaire heilige – en dat ook al vóór de ecologie-aandacht. Zijn uiterst consequente keuze voor de armoede – in al haar aspecten – heeft blijkbaar een aantrekkingskracht op een tijd die in overdadige weelde leeft.
We mogen echter niet vergeten dat het bij hem – zoals bij alle heiligen, en hopelijk ook bij alle christenen – niet zozeer gaat over dat ene aspect, maar over een ‘leven ín G-d’. Het Evangelie bij deze gedachtenis is daarom goed gekozen: alleen in het spoor van de Leermeester, kon Franciscus het leven leiden dat hij ons heeft voorgeleefd.
Mt.11,28-30 (7/12/2022)
Kom naar mij, allen die vermoeid bent en onder lasten gebukt, en ik zal je rust geven.
Neem mijn juk op: laat mij je leermeester zijn – zachtaardig en deemoedig van hart, en je zult rust vinden in jezelf. Want mijn juk is teder en mijn last is licht.
Hier in ons Onderweghuis openen wij elke dag met het gebed:
Goeiemorgen zeg Jij mij
en wacht op mij,
totdat ik open ga voor Jou …
Goeiemorgen zeg ik Jou
en lang naar Jou,
totdat ik leven kan in Jou …
Het is elke dag de uitnodiging die Jezus ons vandaag ook in het Evangelie stelt: Kom naar Mij toe, leef vandaag ín Mij, laat daar – in Mij – al je bezigheden en besognes uit vertrekken en naar terugkeren. Dát zal je rust geven.
Je kunt denken dat Mijn opdracht aan jou te zwaar is, dat je te weinig krachten hebt of te weinig tijd. Maar mijn opdracht is niet te hoog, niet te breed, niet te zwaar; je kunt ze volbrengen. Mijn opdracht is immers enkel: heb elkaar lief, wees zachtaardig en deemoedig, wees teder. Daar krijg je opnieuw alle tijd voor, een hele dag lang! En als je aan het eind van de dag toch vermoeid zou zijn geraakt – omdat je dacht het op eigen krachten te moeten doen, kom dan opnieuw naar Mij en leg al je zorgen op Mij, en Ik zal je rust geven.
Mt.21,28-32 (13/12/2022)
“Wat denken jullie: [vroeg Jezus aan de afgezanten van de Joodse oversten] Iemand had twee kinderen. Hij ging naar de eerste en zei: “Kind, ga vandaag werken in mijn wijngaard.” Die antwoordde echter: “Ik wil niet.” Later veranderde hij van gedacht en ging toch. Hij ging naar de tweede en zei hetzelfde. Die antwoordde: “Ik zal gaan, heer.” Maar hij ging niet. Wie van de twee deed de wil van de vader?”
Zij antwoordden: “De eerste.”
“Zeker, ik zeg jullie, ging Jezus verder, dat tollenaars en hoeren jullie zullen voorgaan naar het koninkrijk van God. Want Johannes is naar jullie toe gekomen met een oproep tot de rechte weg, maar jullie zijn er niet op ingegaan. Tollenaars en hoeren zijn er echter wel op ingegaan. En jullie zagen dit gebeuren maar toch ben je niet van gedacht veranderd om alsnog op zijn roep in te gaan.”
We kunnen ons makkelijk mispakken aan dit stuk Evangelie. Mensen – wijzelf dus ook – zijn bijna altijd geneigd zichzelf aan de ‘juiste’ kant te situeren. Maar bemerk hier in wat voor gezelschap wij dan terecht komen: “tollelaars en hoeren”. Bevinden we ons toch niet liever aan de kant van de weldenkende “afgezanten van de Joodse oversten”?
Maar de vraag is eigenlijk níet tot welke bevolkingsgroep wij behoren. Jezus geeft dit choquerende voorbeeld alleen om aan te geven dat het juist níet automatisch aan een bevolkingsgroep gekoppeld is. Zijn checkpoint-vraag is: heb je gehoor gegeven aan Johannes de doper?
Dát is dus de vraag die wij ons vandaag in deze Advent moeten stellen: Ben ík ingegaan op Johannes’ oproep om ‘de rechte weg’ te gaan? Het Evangelie van vandaag vertelt ons dat het niet erg is als ik daar tot nu toe níet ben op ingegaan. Wél is de vraag wat ik vandáág ga doen …
Mt.20,17-28 (8/03/2023)
Toen Jezus opging naar Jeruzalem, nam hij alleen de twaalf met zich mee. Onderweg zei hij tegen hen:
“Kijk! Nu gaan we op naar Jeruzalem en de mensenzoon zal overgeleverd worden aan de hogepriesters en schriftgeleerden en ze zullen hem ter dood veroordelen. Ze zullen hem overleveren aan de niet-Joodse volken om hem te bespotten, te geselen en te kruisigen en op de derde dag zal hij worden opgewekt.”
Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs, samen met haar zonen, naar hem en boog voor hem neer om iets van hem te vragen. Hij vroeg haar: “Wat wil je?” Ze zei hem: “Zeg dat in jouw koninkrijk deze twee zonen van mij mogen zetelen, één rechts en één links van jou.” Maar Jezus antwoordde: “Je weet niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik zal drinken, of je laten onderdompelen met de onderdompeling die ik zal ondergaan?” Ze zeiden hem: “Ja, dat kunnen wij.” Hij ging tegen hen verder: “Ja, mijn beker zul je wel drinken en ondergedompeld worden waarin ik ondergedompeld wordt, maar wat betreft het rechts of links van mij zetelen: het is niet aan mij dat te geven, dat is voor hen voor wie mijn Vader dit bereid heeft.”
De tien [overige leerlingen] hoorden dit en ergerden zich aan de twee broers. Maar Jezus riep hen bij zich en zei: “Jullie weten dat de leiders van de volken hen overheersen en dat de groten hun macht misbruiken tegen hen. Zo mag het bij jullie niet zijn!
Wie onder jullie groot wil worden,
moet jullie dienaar zijn,
en wie onder jullie de eerste wil zijn,
moet jullie knecht zijn;
zoals de mensenzoon niet gekomen is
om gediend te worden, maar om te dienen
en zijn leven te geven als losgeld voor velen [= allen].”
Jezus neemt de tijd om aan zijn leerlingen uit te leggen wat de consequenties zullen zijn van zijn radicale keuze voor G-d.
De leerlingen lijken nog een ander beeld te hebben van leerling zijn. Een van de moeders wil zelfs het geluk van haar zonen bepleiten, niet voor hier en nu, maar voor later, ooit … nochtans speelt gelovig leven zich af in het hier en nu en niet later, ooit ... Het is een kwestie van G-ds aanwezigheid te zien en te doen oplichten in het dagelijkse leven. Het gaat over peilen naar de goddelijke werkelijkheid die in het concrete leven op steeds wisselende wijze verrassend aanwezig komt. Als je aandacht daarop gefocust staat, doen macht en aanzien er niet meer toe. Je zult klein worden en sterven aan jezelf zodat er ruimte vrij komt voor G-d.
Dit alles radicaal doorleven gaat niet zonder slag of stoot. Het is niet de ‘gewone’ manier van leven (ook toen niet). Het zal pijn doen. Mensen zullen je er om uitlachen … en toch … Consequent kiezen voor G-d is de enige weg ten leven. Kijk maar naar Jezus … en naar zovelen na hem.
Mc.1,1-8 (6/12/2020)
Begin van de bevrijdende boodschap van Jezus de gezalfde, zoon van God.
Het begon zoals geschreven staat bij de profeten:
Zie, ik zend mijn boodschapper voor je uit die de weg voor jou zal bereiden. [Mal.3,1]
Een stem van een roepende in de woestijn: Maak de weg voor de Heer gereed, maak zijn paden recht. [Jes.40,3]
Dit gebeurde toen Johannes doopte in de woestijn. Hij noemde het een doopsel
van innerlijke ommekeer tot vrijmaking van dwaalwegen [zonde]. En alle inwoners van Juda en Jeruzalem trokken naar hem toe.
Ze lieten zich door hem onderdompelen in de rivier de Jordaan en erkenden hun dwaalwegen [zonde].
Johannes droeg een kleed van kameelhaar met een leren gordel om zijn lendenen [zoals vroegere profeten] e
n hij at sprinkhanen en wilde honing. Hij kondigde aan: “Er komt iemand aan die sterker is dan ik, iemand zo groot,
dat ik niet eens geschikt ben mij te bukken en zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie wel ondergedompeld in water,
maar hij zal jullie onderdompelen in heilige Geest.”
Maak de paden recht, verwijder alle on-recht, keer je leven om. Deze oproep van Johannes de Doper is de ouverture van het Evangelie.
Hiermee begint G-ds toekomst. Johannes, een man van Godswege, iemand – bekende of onbekende, jij(?) – een mens,
die zijn medemensen oproept om anders te gaan leven. Weg uit die woestenij, weg uit elk voor zich, weg uit angstland.
Sober en in alle eenvoud leeft hij en roept mensen op. Durf te erkennen dat het af en toe verdomd lastig kan zijn of misloopt,
keer je om en leef zodat G-d in jou mag gebeuren, in jou te zien is.
Als kind zongen wij elke advent weer: “Ga dan op weg, waag de ommekeer, weg uit het land van meer en meer,
leef een nieuw vertrouwen, een morgen daagt, de minsten worden grootgemaakt…”
Vol vertrouwen weet ik dat er altijd zulke roepers zúllen zijn. Mensen die roepen, leven en bidden tegen kilte, onrecht en leed.
Mensen die hun medemensen – jou en mij – aansporen om zich te laten onderdompelen in zijn Geest en geest-driftig te leven.
Zouden wij zo’n mensen mogen/durven zijn?!