Verbonden Léven

Mt. 28,8-15 (10/04/2023)

Haastig gingen de vrouwen, in ontzag en grote vreugde, terug van het graf naar zijn leerlingen om het [de boodschap van de engel dat Jezus was verrezen] hen te berichten. En kijk! Terwijl ze onderweg waren, kwam Jezus hen tegemoet en zei: “Met vreugde gegroet!” [ Goeiemorgen!] Zij liepen op hem toe, bogen voor hem neer en klampten zijn voeten vast. Jezus zei tegen hen: “Wees niet bang! Ga, en bericht mijn broers dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze mij zien.” En zij gingen.
Maar kijk! Enkele van de wachters kwamen in de stad en berichtte de hogepriesters wat er was gebeurd. Zij kwamen bijeen met de oudsten en namen een raadsbesluit: Ze gaven de soldaten veel zilverlingen met de opdracht: “Zeg dat zijn leerlingen hem ’s nachts zijn komen stelen, terwijl wij sliepen. En als het de landvoogd [Pilatus, die de wacht bevolen had] ter ore zou komen, zullen wij hem wel overtuigen zodat jullie je geen zorgen moeten maken.” Zij namen de zilverlingen en deden zoals hun was aangeleerd, en dit verhaal deed onder de Joden de ronde, tot op vandaag.

De evangelist Mattheüs verhaalt hoe twee vrouwen naar het graf waren gegaan met de bedoeling zorg te dragen voor de dode. Ze horen er dat Jezus leeft. Zij worden opengebroken. Ze laten zich raken en dat opent een nieuw perspectief. Ze beseffen dat hun taak niet ligt bij de doden, maar eruit bestaat in het gewone leven te gaan verkondigen wat ze mochten ervaren. Ze voegen de daad bij het woord. Ze gaan en ontmoeten hem persoonlijk. Hij stelt hen gerust: “Wees niet bang! Ga, en bericht …”. Hij neemt hen mee aan angst en dood voorbij naar een leven dat toekomst heeft.
De rest gaat over een doofpotoperatie die op touw wordt gezet. Met omkoperij legt men de soldaten het zwijgen op. Nog meer omkoperij moet ervoor zorgen dat de overheid niet moeilijk gaat doen. Omkoperij is blijkbaar van alle tijden. Maar G-d stop je niet zomaar in de doofpot. Hij leeft! En dat zal blijven klinken zolang er mensen zijn die daad-werkelijk blijven getuigen van en leven in de Verrijzenis.
Willen wij zo’n mensen zijn?