Verbonden Léven

Mt.18,(10-)12-14 (6/12/2022)

Let op dat je niet één van deze kleinen minacht. Want ik zeg jullie: Hun engelen in de hemelen aanschouwen voortdurend het Gelaat van mijn Vader in de hemelen. Want de mensenzoon is gekomen om het verlorene te bevrijden.
Wat dunkt jullie? Als iemand honderd schapen heeft en één ervan is afgedwaald, zal hij dan niet de negenennegentig op de bergen laten en op zoek gaan naar het afgedwaalde? En als hij het vindt – amen, ik zeg jullie – dan verblijdt hij zich over dan ene meer dan over de negenennegentig die niet afdwaalden.
Zo is het de bedoeling van jullie Vader in de hemelen, dat niet één van deze kleinen verloren gaat.

Terwijl de kudde alsmaar doorholt, kan er een schaap niet meer mee. Het dwaalt af. Het kleine, gekwetste, verlorene … naar dat ene schaap wordt omgezien. Het wordt niet aan z’n lot overgelaten. De herder laat de kudde achter om op zoek te gaan naar dat ene, die ene die zich verloren voelt, achtergelaten.
Al vertellend licht Jezus een tip van de sluier op die over G-ds identiteit hangt. Die Ene en Onnoembare gaat op zoek naar de gekwetste. Hij kijkt er naar om. En verblijdt zich. Geen uitgelatenheid, geen schaterlach, maar diepe intense vreugde om die ene.
Zo is de G-d van Jezus: onvoorwaardelijk, en verliefd op de mens. Hij staat niet boven de mens, maar is als een hand in de rug, bemoedigend en tegelijk op afstand als de geheel Andere.
Zo is onze G-d. Die gans Andere die geen mens in de steek laat, die elkeen ziet en naar elkeen om-ziet.