Verbonden Léven

Mt.12,46-50 (19/07/2022)

Terwijl hij tegen de menigte sprak, stonden zijn moeder en zijn broers buiten en probeerden hem te spreken. Iemand zei hem: “Kijk, je moeder en broers staan buiten en willen je spreken.” Hij antwoordde echter tegen wie hem aansprak: “Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?” En zijn hand uitstrekkend over zijn leerlingen, zei hij: “Kijk … mijn moeder en mijn broers …!” Want al wie de bedoelingen van mijn Vader in de hemelen doet, die is mijn broer, mijn zus, mijn moeder.”

Jezus spreekt over een nieuwe familie. Hij wijst de bloedband niet af, maar voegt er een andere band aan toe: die van het Verbond, de verbinding tussen G-d en mensen, die ook mensen aan elkaar verbindt.
Jezus, één en al verbinding met zijn Vader, strekt zijn hand naar zijn leerlingen uit: Wil je mijn moeder zijn? Wil je mijn broer zijn? Verbind je dan met mijn Vader. Leer zijn verlangen kennen en ga leven ‘in het verlengde’ van Hem.
Deze nieuwe ‘familie’ doet de bloedband niet teniet. Die kan overigens ook perfect samengaan met de nieuwe band. Maria en Jakobus, ‘de broer van de Heer’, zijn er bekende voorbeelden van. Maar als de bloedband ons zó bindt dat we ons niet met G-d kunnen verbinden, kiest Jezus toch resoluut voor het laatste.
De komende dagen reikt Jezus óns de hand: Wil jij mijn moeder, mijn broer zijn? In verschillende gelijkenissen vertelt hij over die ‘nieuwe familie’: hoe ziet die er dan uit? Maar vandaag moet ik mij de principiële vraag stellen: wíl ik in zijn verlengde leven?