Verbonden Léven

Mc.7,1-13 (7/02/2023)

Nu verzamelden zich de farizeeën en enkele schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren, bij Jezus. Zij merkten op dat sommige van zijn leerlingen met onreine – dat wil zeggen: ongewassen – handen het brood aten. (De farizeeën en alle Joden eten immers nooit zonder eerst de handen te wassen – vasthoudend aan de traditie van de oudsten. Als ze bijvoorbeeld terugkomen van de markt, zullen ze niet eten zonder zich eerste te besprenkelen. Zo zijn er nog vele andere gewoontes waar ze aan vasthouden, zoals de onderdompeling van drinkbekers, kannen en koperen vaten.)
Nu vroegen de farizeeën en schriftgeleerden hem: “Waarom handelen jouw leerlingen niet naar de traditie van de oudsten, maar eten zij het brood met onreine handen?”
Hij antwoordde hun: “Hoe goed heeft Jesaja over jullie geprofeteerd, huichelaars [hypokrites, voorbij het oordeel], waar geschreven staat: Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd! Tevergeefs vereren ze mij. Wat ze leren, zijn geboden van mensen. [Jes.29,13] Terwijl je het gebod van God loslaat, hou je vast aan de traditie van mensen. ’t Is mooi: Je schaft het gebod van God af om je eigen traditie in stand te houden! Want bijvoorbeeld: Mozes heeft gezegd: Eer je vader en je moeder, en: Wie aan zijn vader of moeder het kwade toezegt, moet sterven. [Ex.20,12] Maar jullie zeggen: Als iemand tegen zijn vader of moeder zegt: Alles waarmee ik jullie zou kunnen helpen is een korban – een offergave [dus voor God bestemd, en niet voor de ouders], dan hoeft hij zijn vader en moeder niet meer te helpen. Zo ontkracht je Gods woord door jullie eigen traditie. En je doet veel dergelijke dingen.”

Hoe vaak laten wij na iets te doen waarvan we wel weten dat het goed zou zijn, maar waar we onderuit muizen met ‘goede argumenten om het niet te doen’? Hoe vaak laten we onze eigen ideeën over iets voorgaan op die waarvan we eigenlijk wel weten dat ze anders zouden moeten zijn?
Deze vragen maken hopelijk duidelijk dat wat Jezus hier aanklaagt bij de farizeeën helemaal zo uitzonderlijk niet is. Als Jezus zou binnenkomen in míjn leven, wat zou hij daar dan zien (en terecht aanklagen) dat ik liever naar eigen inzichten doe dan naar zijn boodschap?
Er wordt Christenen vaak ‘hypocrisie’ verweten. Dat zou ons bijzonder pijn moeten doen – en wakker moeten schudden – want het is exact het verwijt dat Jezus zelf aan de farizeeën maakt. De ‘vrijheid van de kinderen G-ds’ die Jezus voorstaat en ons belooft, is er niet een om te ‘doen wat wij willen doen’, maar om ons door niets te laten tegenhouden om te ‘doen wat wij móeten doen’!