Verbonden Léven

Mc.3,31-35 (24/01/2023)

Nu kwamen zijn moeder en broers naar hem toe. Buiten staande, zonden ze iemand om hem te roepen. Er zat een menigte rond hem. Ze zeiden: “Kijk, je moeder en broers staan buiten en zoeken je.”
Hij antwoordde hun: “Wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broers?” En rondkijkend naar al wie in een kring rondom hem zat, zei hij: “Kijk … mijn moeder en mijn broers …! Want al wie de bedoelingen van God doet, die is mijn broer, mijn zus, mijn moeder.”

De oproep vanuit het Evangelie vandaag is vrij simpel duidelijk:
Ben ik ‘moeder’ (vader mag ook) of ‘broer’ (zus mag ook) van Jezus?
Én ben ik moeder, vader, broer, zus van díe mensen waarin Jezus zich vandaag laat zien? Hoe laat ik dat blijken aan hen?