Verbonden Léven

Lc.17,11-19 (10/11/2021)

Op weg naar Jeruzalem ging Jezus tussen Samaria en Galilea in. Toen hij daar een dorp binnenging, kwamen tien melaatsen hem tegemoet, die op een afstand bleven staan.
Ze riepen: “Jezus, ontferm je over ons!” Jezus zag hen aan en zei: “Ga, en toon jullie aan de priesters.” En terwijl ze gingen, werden ze gereinigd.
Eén van hen nu, toen hij zag dat hij geheeld was, keerde terug en verheerlijkte God met luide stem, en hij viel voor Jezus’ voeten neer om hem te danken – en hij was een Samaritaan [die volgens de Joden niet op de juiste wijze hun geloof beleefden].
Jezus vroeg hem: “Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de andere negen? Is er dan niemand teruggekeerd om God de eer te geven dan alleen deze allochtoon [allogenes: van een andere afkomst]?” En hij zei tegen hem: “Sta op en ga. Je geloof heeft je behoed.”

Er zit beweging in dit stukje Evangelie, een dynamiek van komen, gaan en terugkomen. Geloof drukt zich uit in het op weg gaan, én … in het terugkeren naar de Bron van Léven; dat is het ‘extra’ van die ene Samaritaan. Hij keert terug, niet omdat hij wel dankbaar is en de andere negen niet – waarom zouden die anderen ondankbaar zijn? Ook de anderen zullen G-d gaan loven, maar waarschijnlijk in de tempel, bij de priesters, bij wie zij moesten zijn om een gezondheidsattest te bekomen (ter controle). Maar daar is een allochtoon niet welkom. De buitenstaander keert terug naar Jezus, de Bron van Léven. Attesten en controles zijn voor hem geen prioriteit. Hij kiest in de eerste plaats voor Léven en weet waar hij daarvoor moet zijn! Het is typisch voor het Lucasevangelie dat de buitenstaander, de uitgeslotene, de Samaritaan in dit geval, het uiteindelijk beter begrijpt. Hij ‘weet’ dat bij Jezus G-ds bedoeling met het leven en met de mensen aan het licht komt en dat daar de goddelijke liefde zichtbaar en tastbaar wordt. Vanuit die Liefde mag hij opstaan en gaan, en gaat de beweging verder.