Verbonden Léven

Lc.15,1-10 (4/11/2021)

Wie echter dichterbij kwamen om inderdaad te luisteren, waren allemaal ‘tollenaars en zondaars’ [uitschot in andermans ogen]. De farizeeën en schriftgeleerden morden daarover: “Die daar verwelkomt zondaars en eet met hen!” Daarom vertelde Jezus [drie] gelijkenissen tegen hen:
“Wie onder jullie, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig alleen achter en zoekt het verloren schaap, totdat hij het vindt? En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders en is blij!: Als hij thuiskomt roept hij zijn vrienden en buren samen: Wees blij samen met mij, want het schaap dat verloren was, heb ik gevonden!”
Ik zeg jullie: Zo zal er blijheid zijn in de hemel om één zondaar die zich toekeert [naar God en zijn mensen], meer dan om negenennegentig rechtvaardigen die geen toekeer nodig hebben.
“Of welke vrouw, die tien zilveren munten heeft en er één van verliest, zal niet een lamp aansteken, het huis vegen en zorgvuldig zoeken, totdat ze die vindt? En als zij die gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen samen: Wees blij, samen met mij, want de zilveren munt die verloren was, heb ik gevonden!”
Ik zeg jullie: Zo zal er blijheid ontstaan bij de engelen van God om één zondaar die zich toekeert.

We vinden het wel mooi, zo van dat schaap en op zijn schouders en zo, Maar willen we ook dat schaap zíjn? Het moment van gevonden worden en op zijn schouders mogen liggen, dat willen we nog wel, maar willen we ook bij de kudde komen?
Waarschijnlijk verrast je deze vraag, omdat wij er meestal van uit gaan dan wij wel bij de grote groep brave schapen horen en wij ook wel ‘even zo goed willen zijn’ er een verloren schaap bij te nemen. Maar dan lezen we niet precies genoeg! “Wie dichterbij kwamen waren allemaal ‘tollenaars en zondaars”. De werkelijke kudde die Jezus rond zich verzamelde, waren allemáál ‘verloren schapen’. Wie zich niet tot deze categorie bekent, is … wolf!
De ‘toekeer’ die Jezus vraagt is – in het beeld klinkt het wat vreemd, maar in werkelijkheid is het zéér reëel: van wolf naar verloren schaap! (Wellicht helpt het als die wolf wat dieper in zichzelf kijkt en daar eerlijk vaststelt dat zijn gegrom alleen maar zelf-verdediging is van een ikje dat zich kwetsbaar voelt.)
Hoe zalig zou het niet zijn – denk ik nu als ‘wolf’ – éindelijk even te mogen rusten van wat mij zogezegd bedreigt … Maar … dan word ik opgenomen in die kudde … en wíl ik wel bij die ‘allemaal tollenaars en zondaars’ horen? …