Verbonden Léven

Lucas 9,46-50 (28/09/2020)
 
Bij hen [de leerlingen] ontstond de woordenwisseling over wie van hen de grootste zou zijn.
Jezus zag de woordenwisseling van hun hart.
Hij nam een kindje bij de hand en zette het naast zich.
Hij zei tegen hen:
“Wie omwille van mij open staat voor zelfs maar dit kindje, staat open voor mij.
En wie open staat voor mij, staat open voor wie mij gezonden heeft.
Want de kleinste onder jullie allen, die zal groot zijn.”
Johannes reageerde: “Meester, wij zagen iemand die demonen uitdreef in jouw naam.
Wij hebben het hem verhinderd omdat hij geen volgeling is, zoals wij.”
Jezus antwoordde hem echter: “Verhinder het hem niet!
Want wie niet tegen ons is, is voor ons.”
 
Jezus nam een kind op en zette het neer in hun midden. Omdat kinderen zo onschuldig, braaf en zoet zijn?
Neen dat niet! Ze kunnen het bloed onder je nagels vandaan halen. Veeleer omwille van hun vanzelfsprekende kleinheid,
hun ontvankelijkheid voor dat wat hen overstijgt, voor het grootse, het Mysterie. Jezus (en dus ook G-d) heeft wat met het kleine, het kwetsbare, onaanzienlijke.
Neem hen op, richt je doen en laten op hen, op de weerlozen. Maak de kwetsbare tot norm van je denken en handelen.
Laat je leiden door hun Lévenskracht, dan hoef je niet langer naar elkaar te kijken en je met elkaar te vergelijken. Dat werkt immers bedreigend.
Zoek díe mensen op – die ‘kwetsbare rafelrandmensen’ – zij kunnen je wat leren over ontvankelijkheid en nederigheid.
Niet omdat ze er ooit voor gekozen hebben, maar omdat het hun realiteit is. In hun ogen, hun levens zie je wat het wil zeggen ‘kind van G-d’ te zijn!
Het vraagt moed maar opent tegelijkertijd een nieuw en levengevend perspectief.