Verbonden Léven

Lc.2,22-40 of 22-31 (2/02/2023)

Toen de dagen van hun reiniging vervuld waren [40 dagen na de geboorte], brachten zij hem naar Jeruzalem – volgens de wet van Mozes [Lev.12,1-8] – om hem voor te stellen aan de Heer. – Zoals geschreven staat in de wet van de Heer [Ex.13,2-15]: Al het eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegewijd. – en om – volgens de wet van de Heer – de offerande te brengen: een koppel tortels of twee jonge duiven. [= zoals voor armen was bepaald]
Kijk! In Jeruzalem woonde iemand die Simeon heette. Hij was een rechtvaardige en een toegewijd gelovige man die uitzag naar de vervulling voor Israël [de messias] en de heilige Geest was met hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voor hij de gezalfde[christos/messiah] van de Heer zou hebben gezien.
In die geest kwam hij naar de tempel en toen zijn ouders de boreling Jezus binnenbrachten om de gewoonten van de wet aan hem te voltrekken, ontving ook hij het in zijn armen. Hij loofde God en zei: “Nu maak jij je dienaar vrij, in vrede, meester – volgens jouw woord. Want mijn ogen hebben jouw bevrijding [soteria] gezien die jij bereid hebt voor alle volken: een licht, tot verlichting van de volken en tot heerlijkheid van jouw volk Israël.”

Ik vermoed – vrees een beetje – dat het gebaar van het ‘opdragen van een nieuwgeboren kindje’ op onze dagen helemaal verdwenen is. Ik heb nog foto’s van hoe mijn moeder mij nog voor mijn doopsel naar de kapel van het ‘moederhuis’ bracht om mij daar ‘aan G-d te tonen’. Nuchter bekeken is dat natuurlijk iets geks. Alsof G-d dat nodig had om mij te ‘zien’. Maar het gaat natuurlijk om het gebaar van de ouders: zij tonen hun dankbaarheid!
In een wereld waar alles menselijk maakbaar lijkt – of toch zo geacht wordt – en ook de diepmenselijke gebeurtenissen nogal nuchter worden bekeken, lijkt het tonen van onze dankbaarheid aan G-d een anachronisme. Dat er dan geen zegenende woorden meer naar ons toe kunnen komen van mensen die rondom ons willen staan, is een spijtig en soms dramatisch bijeffect, want dan staan we er ook alleen voor.
Dankbaarheid – om een kindje of wat voor gave dan ook – zet ons leven in het juiste licht en zegent het tot groei en genade voor velen!