Verbonden Léven

Lc.1,57-66 (23/12/2022)

Voor Elisabet brak de tijd aan van de bevalling en zij bracht een zoon ter wereld. De omwonenden en haar verwanten hoorden dat de Heer grote tederheid aan haar had getoond en zij verheugden zich, samen met haar.
Op de achtste dag kwamen ze het jongetje besnijden en noemden het naar zijn vader Zacharias. Maar zijn moeder zei: “Nee! Het zal genoemd worden: Johannes!”
Ze antwoordden haar: “Maar er is niemand in jouw familie die deze naam draagt.” Ze wenkten nu zijn vader, hoe hij zou willen dat het genoemd werd. Hij vroeg een schrijfplankje en schreef: “Johannes is zijn naam!” En allen verwonderden zich.
Onmiddellijk kon hij weer spreken en hij zegende God.
Huiver overkwam alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd dit besproken. Al wat men hoorde, sloot men in het hart: “Wat zal er toch van dit jongetje worden?”, want de hand van de Heer was met hem.

Kan – mag – het kind anders heten dan zijn éigenlijke oorsprong, G-ds Genade: Jo-hannan (= Hebr.: G-d is genadig). Zijn familie-oorsprong heeft natuurlijk ook z’n belang, dat weten Elisabet en Zacharias uiteraard als eersten, maar dat belet hen blijkbaar niet ook de diepere oorsprong te zien. Johannes is er gekomen door hun fysieke samenzijn, maar niet alleen die negen maanden daarvoor, maar hun hele leven dat ze samen G-dgericht hebben geleefd – en dat is Genade!
Hun kindje is als het ware de ontvangen bekroning van een leven in Genade. Mag het dan anders dan Genade – Jo-hannan – heten? Voor de ouders zijn daar geen woorden voor nodig. Zij ‘weten’ het, een ‘weten’, even zeker als hun hele G-dgerichte leven.
Er zou ons allen “huiver mogen overkomen” – onverwoestbare hoop ook – dat een leven dat jarenlang uiterlijk onvruchtbaar líjkt, maar G-dgericht is, bekroond wordt met Genade!