Verbonden Léven

Lc.6,39-42 (9/09/2022)

Hij vertelde hen nu een gelijkenis:
“Een blinde kan toch niet een blinde op weg leiden? Zullen beide dan niet in een put vallen?
Een leerling staat niet boven zijn leermeester. Maar als hij volgroeid zal zijn, zal hij zijn zoals zijn leermeester.
Maar wat kijk je naar de splinter in het oog van je broer als je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Of kun je tegen je broer zeggen: ‘Broer, laat me de splinter uit je oog weghalen’, als je de balk in je eigen oog niet ziet? Ondermaatse oordelaar! [hypocritès] Haal eerst de balk uit je eigen oog, dan [pas] zul je doorzicht hebben om de splinter uit het oog van je broer te halen.”

Om anderen de weg te kunnen wijzen, te leiden, heeft men inzicht nodig. Wie dat inzicht mist, is blind. Dit gold voor de farizeeën, maar dat geldt ook voor de leerlingen (voor ons) wanneer zij aan zichzelf overgelaten zijn. Overgelaten aan zichzelf gaat het als volgt: Men ziet eerst de splinter bij de broeder en ergert zich er aan. De volgende stap is dat men de splinter wil verwijderen. Daarbij wordt de ander met ‘broeder’ aangesproken, maar niet als broeder behandeld, want in plaats van naast hem gaat men boven hem staan. Wie zich zo inspant om een ander te veranderen maar niet ziet hoeveel er bij zichzelf nog schort, wordt door Jezus een ‘ondermaatse oordelaar’ genoemd. Wie écht verlangt naar gerechtigheid zal eerst zelf G-dgericht moeten gaan leven en pas daarna naar de ander kijken. Dit is geen pleidooi om er dan maar van af te zien om elkaar te vermanen, neen, maar wel om dit te doen in een geest van vergevingsgezindheid en zachtmoedigheid.