Verbonden Léven

staande blijven

Staande blijven in de onmacht

Het boek van Bert Roebben ‘Volharden in de broosheid’ daagt mij uit om op zoek te gaan naar de paradoxen die mij in spagaat deden (doen) leven doorheen de voorbije maanden (en nog steeds). Hier en nu in deze crisis komen enkele duo’s, tegenstellingen op mij afgestevend en daar doorheen zoek ik een weg om staande te blijven. Staande te midden van zoveel onmacht. Ik zoek een weg om ermee om te gaan, de onmacht te aanvaarden, de waanzinnige wereld lief te hebben en zo vandaaruit anders te gaan leven.

En dat ik een waardevol mens ben zal pas blijken uit hoe ik me onder de veranderde omstandigheden gedragen zal.
Etty Hillesum

Ook het boek van Marquéz (liefde in tijden van cholera) geeft mij te denken en daagt me uit. Het is Florentino die mij op zoek doet gaan naar een perspectief. Hij die leeft in de leegte met een intens verlagen en dit in de afwezigheid van zijn geliefde. Hij houdt het vol, jaren aan een stuk en ondertussen houdt hij niet op te zoeken naar een perspectief. Dat geeft mij te denken.
Verder namen ook een aantal gedichten mij mee op weg doorheen de voorbije maanden. Ze hebben mij geïnspireerd om het uit te houden, staande te blijven en te zoeken naar dat perspectief. Zo kon ik de dualiteit van het leven serieus nemen en deze een plaats geven in mijn eigen spiritueel levensproject. Hopelijk houdt dit alles stand (indien nodig 53 jaar, 7 maanden en 11 dagen… lang)!

 

1. Aanwezig en afwezig

Duizend emoties razen door me heen
twijfel, leegte overvallen mij.

Niets
Diepe afgrond
Leegte

Een lege,
duistere leegte
overvalt mij.

Jij wordt in mij doodse,
bedreigende stilte,

Ooit raakte Jij mij aan
Voelde ik je in mij beuken
Om uit te breken.
Waar ben Jij nu?

De wereld wordt stiller en stiller, akelig stil. De mensen zie ik niet meer ook al weet ik dat ze wel ergens zijn, maar waar? Ieder heeft zich - noodgedwongen - teruggetrokken in z’n eigen huis - uit veiligheid (?) - heel alleen of als je geluk (?) hebt met een partner en je gezin. In deze vreemde wereld plooien mensen zich steeds meer terug op zichzelf.
Noodgedwongen word ook ik in die wereld geworpen en tegelijkertijd afgesneden van vrienden, familie, kinderen en kleinkinderen. Hoe leef ik in zo een bizarre wereld? Een wereld waarin mensen leven als de grote aanwezig – afwezigen. Wat doet dit met mij?
Ik voel dat ik me terugtrek in mijn eigen huis, in de stilte. Neen ik sluit me niet op maar verleg mijn focus. Ik zoek Aanwezigheid te midden van alle afwezigheid, jouw Aanwezigheid.
Het gedicht geeft feilloos weer waar mijn focus naartoe getrokken wordt.
De stilte in en om mijn huis bracht mij dichter bij mezelf, dichter bij G-d. Van mens en dier verlaten dreigde, na enkele weken, ook Jij mij te verlaten. Nochtans wist ik, vertrouwde en her-innerde ik me en toch overvalt een immens gevoel van leegte en een alles verterende twijfel mij. De strijd woedt verder in mij en de tijd neemt mij mee naar de Bron van Léven. Jij! De grote Aanwezige-afwezige doorheen deze maanden.
Het doet goed om doorheen de dagen regelmatig heel bewust stil te vallen, tijd vrij te maken zodat ik me telkens weer mag/kan enten op Diegene die mij Léven geeft. Ondertussen zoek ik naar wegen om in die lege wereld Hem te mogen leven, door te geven, voor te leven. Daarom ga ik op zoek naar de meest geweerde uit, afwezigen in onze maatschappij, zij die niet van tel zijn, uitgerangeerd, als rafels van de tafel gevallen. Nu, net nu iedereen uit het straatbeeld verdwijnt, komen zij des te meer bij mij in beeld. Hoe mag ik voor hen aanwezig zijn? Hoe kunnen/mogen zij bij mij aanwezig komen?
Zij worden voor mij een referentie. Hun perspectief wil ik aannemen om naar de wereld te kijken. Want elke mens doet er toe; jij net zoveel als ik!

 

2. Hoop en angst

De weg van de hoop.
Diep in onszelf dragen we hoop:
als dat niet het geval is,
is er geen hoop.
Hoop is de kwaliteit van de ziel
en hangt af
van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet (te) voorspellen
of vooruit (te) zien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.
Hoop in deze diepe krachtige betekenis
is niet het zelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

Havel

Bij heel wat mensen om mij heen zie ik de angst in hun ogen. Angst omwille van anderhalve meter afstand, angst om eenzame opsluiting, angst om ziek te worden, angst om te leven, angst om zonder inkomen te vallen, angst om niet meer mee te tellen … angst om zoveel meer.
En ook ik, ik voel me terugdeinzen als ik te dicht nader bij een medemens, als ik hem of hij mij rakelings passeert, aanraakt. Mag ik nog op een bank zitten? Mag ik me nog verplaatsen? Voor wie moet ik kiezen? Zal ik de ander niet besmetten? Elke pas die ik zet wordt een dreiging, kan en mag dit wel!
Zo dreigt angst mij lam te leggen. Hoe hou ik dit tegen? Altijd is mij voorgehouden dat angst een slechte raadgever is en met heel mijn wezen voel ik dat dit waar is maar hoe hou je dit tegen? In en rondom mij merk ik dat deze raadgever meer en meer het woord wil nemen, mij (ons) inpalmt. Daartegen wil ik me verzetten. Ik wil leven maar zonder onverantwoord te leven, zonder de pandemie te minimaliseren of té optimistisch door het leven te gaan. Niet door angst wil ik mijn leven laten leiden maar door wie of wat dan wel?
Hoop?!
Hoop die mij richt op een horizon, een gerichtheid van binnenuit. Hoop die mij in beweging zet en doet geloven in een andere, nieuwe wereld, niet omdat ik weet dat het goed zal aflopen. Neen. Integendeel, zeker wanneer ik zie wat er rondom mij gebeurt dan ben ik helemaal niet zo zeker van een goede afloop. En toch is het die hoop - die het leven zinvol maakt, die een nieuwe, andere wereld mogelijk maakt - waardoor ik mij wil laten leiden veeleer dan de zekerheid dat het goed zal aflopen. Een leven dat zinvol is omdat ik hier en nu reeds werk kan maken van die ‘andere, nieuwe wereld’. Een wereld waar angst altijd aanwezig zal zijn maar niet als leidraad. Een wereld waar wetenschap en politiek de handen in elkaar slaan en samen zoeken naar een weg waar economie en welzijn elkaar de hand reiken. Een wereld waar naar het samen-leven gekeken wordt vanuit de ogen van hen die nu uit de boot vallen. Een hoopvolle wereld, niet alleen voor enkele blanke, rijke burgers maar voor elk-één, ongeacht ras of stand.
Dit wil zeggen dat ook ik mijn verantwoordelijkheid zal moeten nemen, m’n stem laten klinken (politiekers zijn immers diegene die ook door mij gestuurd worden, gekozen, wakker gehouden.) Letterlijk laten klinken wat goede zorg zou kunnen zijn, maar ook door anders, hoopvol te gaan leven en mensen hierin mee te nemen.

 

3. Het bijzondere in het alledaagse

Leef, heb lief, dans, verdwaal
in een stad waarvan je de naam
niet kunt uitspreken en waar men
jouw naam anders uitspreekt
een land met een andere vorm
van goeiedag zeggen
Lachen, liefhebben even in een
andere tijdzone aan
de andere kant van de evenaar
Leef, heb lief, dans, verdwaal
en slaap onder andere sterrenbeelden
Dans met andere liederen om
het leven te vieren waar
dezelfde zon in een andere
richting reist en verdwaal.
Heb lief, leef het leven dat jij je
thuis niet eens durfde voor te stellen
Verdwaal tot je niet meer weet
wie of waar je bent,
om te worden wie je bent

Onbekend

Dagelijks trokken wij erop uit, het bos in. Heel bewust mochten we getuigen zijn van de natuur die langzaam maar zeker ontwaakte, zich ontplooide. Deze dagelijkse wandelingen zorgde voor vertraging. Wanneer je om de 2 à 3 dagen dezelfde route wandelt, word je opmerkzaam en je kijkt. Je kijkt en ziet. Je ziet hoe het leven rondom jou open bloeit, hoe dag na dag het bos groener kleurt. Ik geniet ervan om tijd vrij te krijgen en te vertragen. Langzaam maar zeker verdwijnt zo de sluier van het alledaagse van voor mijn ogen en verschijnt in mijn blikveld het bijzondere. Niets lijkt nog gewoon. Niets spreekt nog van zichzelf. Alles wordt uitvergroot, bijzonder. Die enkele mensen waarmee ik gevraagd word om te leven krijgen al mijn aandacht. Zo worden zij doorheen de tijd, in mijn ogen, nog meer bijzonder dan ze al waren. Ik mag ze nog intenser leren kennen. De verbondenheid wordt met de dag groter. Ons samen leven wordt een sámen-Léven. Dit zien- en voelen gebeuren daagt mij uit om het vast te houden zodat ik het me, indien nodig, kan her-inneren. Ik voel hoe ik bewust ga leven in het hier en nu. Hier en nu gebeurt immers het leven of er nu een virus rondwaart of niet. Hier en nu zal ik bewust moeten leven ook nadien wanneer de drukte van het werkritme opnieuw mijn agenda dreigt over te nemen. Ogen, oren, reuk, smaak, … kortom al mijn zintuigen wil ik oefenen zodat het een gewoonte wordt, een levenshouding in die nieuwe, andere wereld. Oefenen om zo in het leven te staan zodat telkens weer het bijzondere kan/mag oplichten doorheen het alledaagse. Zo dat ik kan leven, liefhebben, dansen en verdwalen tot ik niet meer weet wie of waar ik ben om te worden wie ik ben.
Ik wil mezelf uitdagen om op exposure te blijven gaan telkens opnieuw in een ander stukje van mijn leefwereld. Telkens weer kijkend naar die (mijn) wereld vanuit een ander perspectief. Zo wil ik mezelf de kans geven om vol verwondering te leven. Met een open en ontvankelijke ingesteldheid gericht op mijn omgeving en de mensen om mij heen.
Durven leven, me overgeven aan dat leven en heel bewust aansluiten en me afstemmen. Zo kan ik mensen en hun, onze leefwereld leren kennen. Zo kunnen we elkaar doen groeien, het bijzondere in elkaar (h)erkennen en doen openbloeien.

 

4. Ik en de ander

We hielden op te geven beseffend
alleen nog aan onszelf te geven
achtergebleven
in de leegte
weigerden we te sterven
eigen-belang
gebiedt ons om te leven
Tot we het waagden
ons te verbinden met Hem
hij die leven geeft
zijn Leven gaf
uit Liefde voor de Mens
hij die stierf zodat wij Léven
verbonden met elkaar
ons leven gevend
omwille van de ‘Liefde ‘

Doorheen de maanden wordt mij meer en meer duidelijk dat mijn leven maar vorm en inhoud kan krijgen door de anderen, doorheen mijn relaties met anderen. De coronamaatregelen dwingen mij om alleen achter te blijven ‘in je kot’. Zo vallen voor mij één voor één de gewone spontane contacten weg. Op straat kom ik zo goed als niemand meer tegen, al wandelend wordt elk contact vermeden, in de winkel mag elk achter zijn karretje (voldoende afstand bewaren) z’n boodschappen doen. Meer en meer raak ik geïsoleerd. Zo teruggeworpen op mezelf kom ik tot het besef en moet ik aan den lijve ondervinden dat de Ubuntu uitspraak ‘Ik word omdat wij zijn’ zó waar is. Het klopt volledig! De mens is op en top een sociaal wezen. Hij is niet bedoeld om alleen te zijn, heeft nood aan medemensen, sociale contacten, verbindingen. Ik kan niet anders dan verbonden te leven met mensen, met mijn omgeving, de natuur, de wereld. Zonder contacten, zonder relaties is mijn leven leeg en doods.
De voorbije maanden hebben mij doen concluderen dat mijn wereld leeg, dor en kil wordt als ik de kans niet krijg om betekenisvolle relaties uit te bouwen. Het enige, essentiële dat mij te doen staat is de ander écht leren kennen. Mij in zijn en/of haar leven te verdiepen. De ander op te zoeken, te ontmoeten (in levende lijve), tijd met hem door te brengen en samen uit te zoeken wat goede zorg betekent voor elkaar. Ik besef dat ik als mens nood heb aan uitwisseling, het met elkaar delen van wederzijdse dingen. Allen op die manier kan ik vertrouwen op bouwen.
Een nieuwe wereld zal dus een wereld in verbondenheid zijn waarin ik me zal moeten aansluiten bij dat wat de ander bezig houdt. Relaties zullen ontstaan vanuit het besef dat de ander ertoe doet voor mij en ik voor hem. Alleen zo kan het leven betekenis krijgen voor zowel ik als voor de ander. Alleen zo, doorheen verbondenheid, doorheen relaties kan het ten volle waar worden dat ‘ik, ik word, omdat wij zijn’.
Dus mag ik niet zomaar, zonder nadenken meegaan in de opgelegde maatregelen. De uitdaging zal zijn om wegen te zoeken tot verbinding (en toch verantwoord om te gaan met alle gestelde maatregelen), wegen om de ander te ontmoeten.

 

5. Eenzaamheid en gemeenzaamheid

"Ik ken twee soorten eenzaamheid.
De ene maakt me doodongelukkig
en geeft me een verloren en zwervend gevoel,
de andere maakt me sterk en gelukkig.
De eerste is er altijd
wanneer ik geen enkel contact met m'n medemensen voel,
überhaupt nergens contact mee voel,
dan sta ik helemaal afgesneden
van iedereen en van mezelf
en begrijp de zin van dit leven niet
en zie geen verband tussen de dingen
en weet dan niet m'n eigen plaats in dit leven.

In die andere eenzaamheid
voel ik me juist heel sterk en zeker,
dan voel ik me verbonden
met iedereen en alles
en met God
en weet dat ik het leven alleen aankan
en niet van mensen afhankelijk ben.
Dan voel ik mezelf ingeschakeld
in één groot zinrijk geheel
en voel dat ik nog veel krachten
aan anderen ook kan geven."

Etty Hillesum

Hier zit ik dan alleen. Hier heb ik alleen mezelf om naar te luisteren. Geen écht contact noch met mijn medemens noch met de wereld alleen de (sociale) media. Coronamaatregelen snijden mij wezenlijk af van iedereen en als ik niet oplet snijden ze me ook af van mezelf. Zo, noodgedwongen, teruggeworpen op mezelf dreig ik de zin van dit leven kwijt te spelen. In mij voel ik alleen nog leegte, dood, niet leven.
Kan ik die eenzaamheid aan? Wie ben ik eigenlijk? Ben ik wat de ander over mij zeggen of ben ik slechts dat wat ik van mezelf weet? Maar wat als ik ook dat dreig kwijt te spelen? Ben ik dan nog iets of word ik zo herleid tot niets, tot niemand, niet-mens? Is dat waartoe de eenzaamheid mij brengt, dreigt te brengen?
Daarnaast of juist omwille van deze eenzaamheid dreigt de crisis mij ook mezelf te doen verliezen in het verleden, het verlangen naar toen, terug naar ervoor, naar m’n kindertijd en alles wat daarbij hoorde van positieve zaken, gebeurtenissen, herinneringen. Zo hoop ik uit te komen bij wie ik dacht ooit te (zullen) zijn; maar misschien is het net andersom. Misschien heeft dit alles mij veeleer tot het besef gebracht van de energie, de levenskracht die mij gemaakt heeft tot wie ik hier en nu ben, heeft ze mij gebracht dicht bij de kern van mezelf en het besef dat ik daarvan mag en kan leven?
Misschien kom ik zo, al wroetend en worstelend met mezelf, doorheen deze tijd tot gemeenzaamheid, tot het weten dat ik gekend ben, dat Jij mij kent, dat ik van Jou ben. Zo levend voel ik mij te midden van mijn afgesloten, afgesneden zijn eveneens, soms even onmetelijk verbonden met alles en iedereen, met G-d. Dan voelt het alsof mijn leven een schakel is in een veel groter, zinrijker geheel en dat ik deze kracht mag of beter moet leven.
Vanuit dit leven-gevende weten, dit gekend zijn door Jou wil ik leven in jouw wereld.

 

6. Doen en laten

Ik kijk naar het water – en of het stil is
En zwart, of rimpelt en glinster, het doet maar
Ik denk; zo is het, dit is hoe het moet

Er drijven eenden tegen het riet, die eenden
Daar, in dat riet, er staan wat wilgen en elzen
Die daar, in de bocht van de rivier
Alles heeft zijn eigen moment, zijn eigen plek

Er waren oneindig veel mogelijkheden om
Een landschap met een rivier te zijn
Er is gekozen voor deze ene en deze is goed

Rutger Kopland

Doen, actief bezig zijn zit in mijn genen. Alles gewoon z’n gangetje laten gaan en toekijken is niet mijn manier van zijn. De voorbije periode heeft mij hierover wel wat duidelijk gemaakt. Mijn actieradius werd enorm verkleind. Druk vergaderen, van alles organiseren, van hier naar daar lopen om een handje toe te steken, zat er niet meer in. Het leven rondom mij viel stil, niets was er nog te doen. Vanaf nu word ik uitgedaagd om gewoon alleen te zijn, te laten en erbij te blijven, bij dat passieve (?) leven.
Zijn, laten en blijven en dit vanuit een niet-weten waar juist dé plaats is waar ik moet zijn. Hoe ga ik om met deze situatie? Ik wist het niet en zuchtte. Ik zuchtte om zoveel onmacht, onvermogen en om de onmogelijkheid om iets te kunnen/mogen doen. En juist op dat punt, daar waar ik niets anders meer kon dan zuchten en niet meer wist wat te zeggen of te doen, daar, op dat moment ontdekte ik dat G-d zelf ook zucht, samen met mij, in mij. Misschien had ik stiekem nog wel gehoopt dat G-d de zaken zou regelen en actie zou ondernemen. Maar de G-d die zich aan mij laat kennen is geen G-d van actie (zeker niet plaatsvervangend). Neen het is een G-d die met mij, in mij mee zucht om mijn onmacht, om het verdriet van zoveel mensen, om het gekreun en gezucht van de schepping.
Doorheen deze coronatijd en heel specifiek dan, op die momenten waarop ik huilde om zovele ronddolende mensen, mannen/vrouwen en kinderen zonder (t)huis, geen bank om op te zitten, geen warmte, geen plek om thuis te mogen komen … op die momenten blijft G-d mij nabij en laat en zucht. Hier heb ik ontdekt dat G-d wiens woord alle dingen tevoorschijn riep, geen passende woorden weet te spreken of acties onderneemt om deze (en zoveel andere) ellende op te lossen maar dat Hij blijft en laat.
Dat wil ik onthouden, zo wil ik leven in die nieuwe wereld. Zorgzaam leven. Blijven en laten daar waar niets gedaan kan/moet worden, daar waar alleen nabijheid en Liefde zinvol zijn.
Overschakelen dus van een doende houding naar een latende modus zodat ik zorgzaam en aandachtig nabij kan blijven bij alle verlatenheid, eenzaamheid, pijn en verdriet. Nabij blijven en doorheen trouwe nabijheid onderscheiden waar en wanneer er al dan niet iets gedaan moet worden.

 

7. Vasthouden en loslaten

De meeste mensen hebben cliché-voorstellingen
Over dit leven in hun hoofd.
Men moet zich innerlijk bevrijden van alles,
Van iedere bestaande voorstelling,
Van iedere leuze,
Van iedere geborgenheid,
Men moet de moed hebben alles los te laten,
Iedere norm en ieder houvast,
Men moet de grote sprong durven wagen
En dan,
Dan is het leven zo eindeloos rijk en overvloeiend,
Zelfs tot in z’n diepste lijden.

Etty Hillesum

Een nieuwe wereld om voor te leven, vertrekkende vanuit deze crisissituatie vraagt dat ik durf los te laten en dat ik vasthoud dat wat nodig is.
Loslaten al datgene dat mij vast houdt, klem zet. Heel mijn gedachtengoed van hoe het zou moeten zijn. Ieder idee, iedere voorstelling van hoe het allemaal moet gebeuren, eruit moet zien. Mijn ego, mijn ikkigheid en nog zoveel meer. Dit alles los laten om me zo vrij en open te kunnen richten op de ander, die Ander.
Loslaten al datgene waaraan ík dénk mij te moeten vastklampen omdat het mij zichtbaar maakt. Loslaten dat waaruit ik mijn waarde meen te moeten halen. Want daar voorbij ligt een onvermoede rijkdom. Daar voorbij ligt de openheid op een nieuwe toekomst, een ongekende vrijheid om samen te zoeken naar hoe wij hier op aarde moeten leven, trouw aan - en verbonden met elkaar.
Loslaten maar ook vasthouden aan datgene wat leven geeft. Dat vasthouden dat mij doorheen de voorbije maanden werd aangereikt als pijlers om van te leven, Liefde, laten, blijven, trouw, verbondenheid, hoop, gemeenzaamheid, de ander …
Vasthouden de dankbaarheid om het gekregen leven. De kracht om te leven met gesloten ogen en open handen – betrokken en ontvankelijk – verbonden en trouw.
Misschien gaat het dus niet zozeer om loslaten maar veeleer om anders leren vast te houden en zo nieuw leven mogelijk maken.
Het zal erop aankomen om muurtjes af te breken, mijn eigen geknutselde schilden los te laten en zo kwetsbaar voor de ander te verschijnen. Onze kwetsuren niet krampachtig vast te houden maar ze los te laten door ze te delen met de anderen. Zo kunnen we komen tot echt contact doorheen dewelke Liefde kan en mag groeien.

 

Besluit

Je niet neerleggen bij de feiten.
De feiten van verval en afbraak.
De feiten van onrecht, honger, geweld

Je verheffen.
De vrijheid nemen.
De vrijheid om te dromen.
Te hopen op herstel, harmonie.
Vrede voor alles en iedereen

Je niet laten verlammen.
Alsof deze wereld de enige mogelijkheid was.
Opstaan.
Geloven in een andere, een betere wereld.

Hans Bouma

Deze pandemie, dit schrijven confronteert mij, nog maar eens, keihard met mijn kwetsbaarheid, mijn twijfels, mijn onvermogen. De dwaasheid van mensen, de zinloosheid van het kwaad, de onzin van lijden en eenzaamheid, de leegte van het graf, het komt allemaal des te sterker binnen. De onmacht om me ertegen te verzetten, het verdriet om de verdwaasdheid, … dit alles maakt dat ik stil word. Ze maken dat ik niet anders kan dan te proberen om de leegte, de onmacht een plaats te geven in mijn (het) leven, ze te omarmen, lief (?) te hebben.
En dan wordt alles in mij stil. Verdriet welt op om mensen, om een losgeslagen stad, om een verdwaasde wereld. Ik voel me klein, nietig en eindig, intens verbonden met deze wereld zonder te weten vanwaar het initiatief zal komen voor een toekomst waarin leven mogelijk is. Zonder te weten wat hiervan te verwachten. Maar wel hopend op een nieuwe wereld waar kwetsbaarheid, nederigheid, barmhartigheid en verbondenheid de levens-norm mogen worden. Hopend en tegelijkertijd zo onzeker over de afloop.
De leegte en de stilte, de hoop en het vertrouwen zij typeren voor mij de Stille Zaterdagspiritualiteit. Stille Zaterdag, die dag tussen Goede Vrijdag en Pasen. Die dag die mij bewust maakt van of opent voor een levenshouding die zou kunnen leiden naar zo’n nieuwe wereld. Eén Iemand heeft het ons voorgeleefd. Hij heeft die goddelijke logica van de Liefde volledig doorleefd! Vanaf toen was/is/bestaat er nergens nog een plek, een gebeurtenis, een tijd … waar G-d níet aanwezig zou zijn! Leven vanuit die Stille Zaterdagspiritualiteit begint met … stil worden en alles (ja ook je eigen ikkige leventje) uit handen geven. En dan leven vanuit het bewustzijn dat niet ik mijn leven maak, maar dat het mij gegeven wordt. Mijn leven uit handen geven om het te leggen in Zijn handen. Het is een bewuste keuze om zo te leven-IN-vertrouwen, ook al weet ik met heel mijn verstand dat dit op eigen houtje niet mogelijk is. Er is maar één reden waarom het wél kan: Omdat Jezus, het heeft gedaan, Hij heeft de stilte aanvaard, met zijn Liefde is Hij de stilte ingegaan en zo gemaakt dat wij nooit meer zonder de Liefde en het Léven moeten leven. Zo leven, met die horizon voor ogen, zal langzaam maar zeker, meer en meer vorm geven aan die nieuwe wereld. Een toekomstperspectief dat vertrekt vanuit kwetsbaarheid en hoop om gerealiseerd te worden zodat Liefde en Léven overal, op elke plek, in elke gebeurtenis, op elke tijd zál oplichten.