Verbonden Léven

 Mc.10,46-52 (27/05/2021)

Ze kwamen in Jericho. Toen hij en zijn leerlingen daar vertrokken, volgde hen een grote menigte. De zoon van Timeus, Bartimeus de blinde, zat langs de weg te bedelen.
Horende dat het Jezus de Nazoreeër was, begon hij luid te roepen: “Zoon van David, Jezus, ontferm je over mij!” Velen snauwden hem toe dat hij moest zwijgen. Maar hij riep nog luider: “Zoon van David, ontferm je over mij!”
Jezus bleef staan en zei: “Roep hem.” Ze riepen de blinde en zeiden hem: “Hou moed, sta op, hij roept je!” Hij wierp zijn mantel af, sprong op en kwam naar Jezus toe. Ten antwoord zei Jezus hem: “Wat wil je dat ik je doe? De blinde zei hem: “Rabboeni [mijn geliefde meester], dat ik weer zie!”
En Jezus zei hem: “Ga, je vertrouwen heeft je genezen”, en onmiddellijk zag hij weer en hij volgde Jezus op zijn weg

Ondanks alles blijft een menigte Jezus volgen op zijn weg naar Jeruzalem. Onderweg, te midden van alle drukte, hoort en ziet Jezus een man aan de kant van de weg, uitgerangeerd. De man roept met alle kracht die in hem is. Hij laat zich niet langer in een hoekje duwen. Het is nu of nooit. Als hij zijn leven wil leven, zal hij actie moeten ondernemen. En als iemand hem hierbij zou kunnen helpen dan is het Jezus, daar is hij van overtuigd. Hij schreeuwt zijn geloof en vertrouwen uit, terwijl de menigte hem het zwijgen oplegt. En Jezus blijft staan, onderbreekt zijn weg voor de roep van deze man en roept hem.
Roepen en geroepen worden, daar draait het om.
"Heb goede moed! Sta op! Het leven zelf roept je! De liefde roept je!”
De man gaat in op de concrete uitnodiging van de liefde die voorbijkomt op zijn weg, een liefde die bevrijdt.
Zal ik zien, horen en schreeuwen? Zal ik me open stellen voor de Liefde? Ga ik in op wie mij roept en wat als dat G-d is?