Verbonden Léven

Mc.4,35-41 (30/1/2021)

Op diezelfde dag, toen het avond was geworden, zei Jezus tegen zijn leerlingen:
“Laten we naar de overkant van het meer gaan.” Ze lieten de menigte gaan en namen hem mee,zoals hij in de boot zat.
Ook andere bootjes waren bij hem.
Er stak een hevige stormwind op en de golven stortten zich op de boot, zodat die al vol liep.
Hij lag ondertussen op het achterschip, op een kussen, te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: “Meester, raakt het jou niet dat we vergaan?”
Nu wakker geworden, strafte hij de wind af en zei tegen het meer: “Zwijg! Wees stil!” En de wind bedaarde en er ontstond een grote stilte.
Hij zei tegen hen: “Waarom zijn jullie zo bang? Hoe kunnen jullie nog zo zonder vertrouwen zijn?”
Zij echter werden erg bevreesd en zeiden tegen elkaar: “Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?”

“Het was avond geworden.” Je kan het de laatste maanden concreet zien gebeuren. Storm steekt op. Je voelt het in de lucht.
Je ziet het aan de mensen, duisternis daalt neer. We zijn bang, weten niet meer wat te doen. Op onszelf teruggeworpen voelen we ons alleen.
Het lijkt alsof de a(A)nder slaapt, zich niets van ons aantrekt. Onrust, twijfel en onzekerheid, beheersen onze levens.
Op zo’n moment komt de vraag “Waarom zijn jullie zo bang? Hoe kunnen jullie nog zo zonder vertrouwen zijn?” stevig binnen.
Een kans (?) om, doorheen de storm, opnieuw te zien dat ons leven geweven en in stand gehouden wordt door gewone – meestal vergeten – mensen,
die ongevraagd (misschien ongeweten) doen wat moet gedaan. Zij die angst, onrust, twijfel en onzekerheid het zwijgen opleggen door nabij te zijn,
te laten voelen dat jij er voor hen toe doet. Kortom zij die hun leven delen en zo – als mede-scheppers – hoop en leven geven, net als hij.
En toch aarzelen we om te geloven – ook al ‘weten’ we – dat er een kracht van hem uitgaat die alles (ook de stormen) ten goede te keert.
En vragen ons af wie is hij toch?