Verbonden Léven

Joh.20,19-23 (23/05/2021)

Toen het dan avond was, op die eerste dag, waren de leerlingen bijeen, met gesloten deuren, uit vrees voor de Joden. Jezus kwam, hij stond in hun midden, en zei tegen hen: “Vrede voor jullie!” [Sjaloom] En hij toonde hun zijn handen en zijn zijde.
De leerlingen waren diep verheugd toen ze de Heer zagen. Jezus zei hen opnieuw: “Vrede voor jullie! Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie.”
Toen blies hij over hen en zei: “Ontvang de heilige Geest-adem.” Als je iemands zonden [verwijdering] loslaat [vergeeft], dan worden ze losgelaten; als je ze vasthoudt, worden ze vastgehouden.

Zoals in de dagen van de schepping van de mens, bij wie het genomen worden uit de materialiteit van de aarde niet voldoende is, maar hij ook G-ds Geest-adem meekrijgt om te léven, zo herneemt Jezus in dit Pinkstergebeuren dit gebaar en worden de leerlingen – wij incluis – herschapen tot lévende mensen.
Als wij die Geest-adem bij ons binnen laten komen (en ons niet te bang opsluiten), brengt hij ons Sjaloom. Dat wordt terecht vertaald met ‘vrede’, als je het maar hoog en breed en diep genoeg begrijpt. Het gaat over véél meer dan ‘geen oorlog of ruzie’. Het gaat over een te-vrede-nheid met alles en iedereen, een harmonie met de mensen en de omstandigheden in je leven, een één-heid waar de ánder evenveel tot zijn recht komt als mezelf.
Opvallend is dat Jezus dit onmiddellijk verbindt met vergeving. De dynamische beweging die de Geest-adem in ons teweeg brengt, moet/zal zich tonen in de beweeglijkheid die wij aan de dag leggen voor de tekortkomingen van anderen. Hoe vred-ig wordt het, als ik naar de ander toega met het vuur van de Liefde!